Op 1 juli vervallen in principe de wettelijke vakantiedagen van het vorige jaar. Jaarlijks hebben volwassen werknemers 25 vakantiedagen, die in dat jaar allemaal opgenomen kunnen worden. Blijven er wettelijke vakantiedagen over, dan kunnen die in de eerste helft van het opvolgende jaar alsnog worden opgenomen. Informeer werknemers wel van tevoren goed over de vervaltermijn.
Conform onze cao is het recht op vakantie als volgt geregeld:
In de CAO-Afbouw staat vervolgens in artikel 26 lid 2 opgetekend dat een werknemer het recht heeft al zijn vakantiedagen op te nemen in het desbetreffende vakantiejaar. De aanspraak op niet opgenomen wettelijke vakantiedagen vervalt 6 maanden na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.
Als je het belangrijk vindt dat werknemers geen dagen opsparen, maar alle wettelijke vakantiedagen tijdig benutten, dan moet je dit duidelijk aangeven. Als je niet op tijd of niet duidelijk aangeeft dat de wettelijke dagen vóór 1 juli moeten zijn opgenomen, dan behouden werknemers hun recht op deze dagen ook na de vervaltermijn. Deze wettelijke vakantiedagen verjaren dan pas vijf jaar na het jaar van opbouw, net als bovenwettelijke vakantiedagen.
Stuur in januari en april de werknemers een mail waarin je aangeeft dat eventuele openstaande wettelijke vakantiedagen van het voorgaande jaar voor 1 juli moeten worden opgenomen, omdat ze anders vervallen.