Per 1 januari 2024 staan er weer een aantal wijzigingen op de rol qua veranderende wet- en regelgeving. Er zijn een aantal wetten en regelingen waarvan duidelijk is dat deze per 1 januari a.s. wijzigen en een aantal zaken waarover de Eerste Kamer nog moet besluiten. We zetten ze op een rijtje:
Tot nu toe werd het minimumloon per maand vastgesteld. Per 1 januari 2024 komt er een minimumuurloon in plaats van een minimumloon per maand. In de huidige situatie kan iemand met een 40-urige werkweek een lager loon krijgen dan een minimumloner die 36 uur werkt. Dat systeem wordt per 1 januari rechtgetrokken.
Het minimumloon stijgt per 1 januari 2024 met 3,75%. Doordat het uurloon van een werknemer met een 36-urige werkweek het uitgangspunt is van de stijging, gaan werknemers met een 40-urige werkweek het meest merken van de stijging.
De toetredingsleeftijd voor pensioenopbouw wordt per 1 januari 2024 voor werknemers 18 jaar. Nu is dat vanaf 21 jaar. Als werkgever moet je dus ook voor jonge medewerkers pensioenpremie af gaan dragen.
Op 1 januari 2024 gaat de aangepaste Omgevingswet in. Onderdeel van de Omgevingswet is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. In de Omgevingswet wordt alles geregeld voor de ruimte waarin we wonen en werken. De wet bestaat uit verschillende onderdelen. Naast verzwaring van de aansprakelijkheid na oplevering, schriftelijk waarschuwen en het kunnen maken van opleverdossiers, zijn er ook nog andere specifieke regelingen die voor ondernemers in de afbouw gevolgen hebben:
Bij bouw- en sloopwerkzaamheden moet vanaf 1 januari 2024 een Veiligheidscoördinator Directe Omgeving worden aangesteld. Deze veiligheidscoördinator moet toezien op de veiligheid en gezondheid van iedereen in de directe omgeving van de bouwplaats.
Er komt voor burgers en ondernemers één loket voor vergunningen. Hierdoor moet het mogelijk worden dat gemeenten sneller besluiten of een vergunning wordt verleend: binnen 8 weken (in plaats van 26 weken).
Gemeenten moeten voor 2032 regels hebben opgesteld voor zwerfafval. Tot die tijd krijgen bedrijven de verplichting het zwerfafval in een straal van 25 meter rond het bedrijf op te ruimen. Hierbij gaat het om afval van producten die het bedrijf zelf verkoopt.
Vanaf 1 januari 2024 zijn wegwerpbekers en -bakjes die plastic bevatten geheel verboden. Dat geldt voor de horeca, maar ook voor kantoren, instellingen en tijdens evenementen. Inmiddels heeft de Tweede Kamer moties aangenomen om de regels in verband met verpakkingen met plastic te versoepelen. Deze moties zijn nog in beraad. In de tussentijd blijft de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik van kracht.
Sinds jaar en dag is de mkb-winstvrijstelling 14%. Op Prinsjesdag 2023 werd aangekondigd dat deze aftrekpost zou dalen naar 12,7%. Later heeft het kabinet nieuwe plannen aan het Belastingplan toegevoegd en werd het percentage omhoog bijgesteld naar 13,31%. De Eerste Kamer moet hier nog over besluiten.
De zelfstandigenaftrek daalt. Waar zelfstandigen in 2023 nog een bedrag van € 5.030 van de winst mogen aftrekken, is dat in 2024 nog maar € 3.750. Er is wetgeving in de maak dat de zelfstandigenaftrek nog verder wordt afgebouwd.
De reiskostenvergoeding steeg in 2023 naar 21 cent per kilometer. Als de Eerste Kamer hier op 19 december over besluit, dan stijgt de maximaal onbelaste reiskostenvergoeding in 2024 naar 23 cent per kilometer.
Naar verwachting wordt het in 2024 makkelijker om werknemers een ov-abonnement aan te bieden. De huidige regeling wordt vervangen door één gerichte vrijstelling voor ov-abonnementen, waarbij geen loonheffing meer hoeft te worden betaald over de kaart. Voorwaarde wordt dan wel dat de werknemer de ov-kaart (deels) zakelijk gebruikt.
De schijfgrens in box 1 wordt hoogstwaarschijnlijk per 1 januari 2024 aangepast. De inkomensgrens voor het toptarief wordt dan € 75.624. Het tarief in schijf 1 wordt 36,97% en in schijf 2 is het tarief 49,50%. In box 2 wordt het belastbaar inkomen bij aanmerkelijk belang tot € 67.000,- 24,5% en erboven 33%. Het belastingpercentage over vermogen in box 3 gaat in 2024 omhoog naar 36%.
De Energie-investeringsaftek (EIA) wordt verlengd tot en met 31 december 2028, maar er zal waarschijnlijk wel aan het tarief van de aftrek worden getornd: van 45,5% naar 40%.
In plannen staat dat de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR) op onderdelen wordt veranderd. De regelingen gaan waarschijnlijk alleen nog voor ondernemingsvermogen gelden en niet meer voor vermogen uit verhuur van bedrijfspanden.
De maximaal onbelaste lening van de eigen vennootschap, die nu € 700.000,- bedraagt, wordt in 2024 waarschijnlijk verlaagd naar € 500.000. Het bedrag dat dan boven de € 500.000,- van de eigen vennootschap wordt geleend, wordt belast als inkomen in box 2.
De tijdelijke verlaging van accijns op benzine en diesel werd tijdelijk verlaagd met 17,3 cent per liter. De diesel accijns was met 11,1 cent verlaagd en ook de accijns op LPG (waaronder vloeibaar propaan en butaan) en LNG werd met 4,1 cent per liter verlaagd. Dit zou tot 31 december 2023 zijn, maar wordt met een jaar verlengd.
De vrije ruimte binnen de WKR gaat in 2024 terug naar 1,92%. Die was dit jaar tijdelijk verruimd naar 3,0%.
Nu is de leeftijd dat je AOW ontvangt 66 jaar en 10 maanden. Gezien de levensverwachting van alle Nederlanders wordt de AOW-leeftijd in 2024 67 jaar.
Van bovenstaande wijzigingen hebben we aangegeven of al duidelijk is dat ze per 1 januari 2024 ingaan, of dat dit verwacht wordt. Op 19 december 2023 moet de Eerste Kamer de besluiten nog goedkeuren. Nieuwe wetten of veranderingen zijn pas definitief als ze zijn gepubliceerd in het Staatsblad of de Staatscourant.
Bron: MKB Servicedesk