De coronacrisis is inmiddels ook een langlopende economische crisis, waarbij veel ondernemers en werkenden hard worden getroffen. Buffers zijn geslonken, reserves zijn opgebruikt. Maatregelen zijn verzwaard en Nederland is in lockdown. Daarom geeft de regering het steun- en herstelpakket een flinke extra impuls.
Met deze uitbreiding van het pakket is een totaalbedrag gemoeid van 7,6 miljard euro. De verruimingen gelden voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.
Het kabinet breidt de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) uit, en meer ondernemingen kunnen aanspraak maken op TVL-steun. De nieuwe subsidiepercentages komen voor het eerste en tweede kwartaal van 2021 uit op 85% subsidie van de vaste lasten gerelateerd aan het omzetverlies, vanaf 30% omzetverlies. De eis van maximaal 250 medewerkers wordt losgelaten. Daaraan gekoppeld gaat, vanaf het eerste kwartaal van dit jaar, het maximale subsidiebedrag omhoog van € 90.000,- naar € 330.000,- voor het MKB. Om ook kleine ondernemers aanvullend te ondersteunen, gaat het minimale subsidiebedrag omhoog van € 750,- naar € 1.500,-. Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om meer kleinere ondernemers toegang te geven tot de TVL. Met de uitbreiding van de TVL is een totaalbedrag van ca. 3,8 miljard euro gemoeid voor het eerste en tweede kwartaal van 2021.
Het kabinet voert een regeling in voor starters die tussen 1 januari en 30 juni 2020 een bedrijf zijn begonnen. De precieze invulling wordt nog vastgesteld. De regeling, die zoveel mogelijk wordt gebaseerd op de TVL, geldt zowel voor het eerste als tweede kwartaal van 2021. De referentieperiode voor deze bedrijven zal het derde kwartaal van 2020 zijn. Starters gestart tussen 1 januari en 15 maart 2020 komen ook voor de reguliere TVL in aanmerking in het eerste kwartaal van 2021. In het tweede kwartaal van 2021 kunnen de starters die gestart zijn tussen 1 januari en 15 maart 2020 alleen van de aparte startersregeling gebruikmaken. Het kabinet hoopt het loket in mei te kunnen openen. Naar verwachting kost deze regeling tussen de 55 en 70 miljoen euro per kwartaal. Starters kunnen ook gebruikmaken van corona-overbruggingskredieten tot maximaal € 35.000,-. Voor de corona-overbruggingskredieten is in totaal 70 miljoen euro beschikbaar.
De NOW-subsidie waarmee werkgevers hun personeel kunnen doorbetalen, wordt verhoogd. De vergoeding gaat van 80 naar 85 procent van de loonsom. De loonsomvrijstelling blijft tien procent. Vanaf 15 februari kan de NOW worden aangevraagd voor de maanden januari, februari en maart.
Voor de Tozo geldt dat ondernemers deze uitkering vanaf 1 februari 2021 kunnen aanvragen met terugwerkende kracht vanaf de voorafgaande maand: op 1 februari 2021 kan een ondernemer dus Tozo aanvragen vanaf 1 januari 2021. Op 1 maart 2021 kan de Tozo vanaf 1 februari worden aangevraagd.
Per 1 april gaat de verlengde Tozo in. In deze zogenoemde vierde verlenging zou sprake zijn van een vermogenstoets. Het kabinet ziet echter af van de invoering daarvan. Wel zal ook bij Tozo 4 een aanvraag met terugwerkende kracht gelden. Op 1 mei 2021 kan een ondernemer dus Tozo aanvragen vanaf 1 april. Het is niet mogelijk om vanuit Tozo 4 nog aanvragen te doen voor Tozo 3 (in de maanden januari tot en met maart 2021).
Het kabinet verlengt de periode dat ondernemers uitstel van belasting of een verlenging van het uitstel kunnen aanvragen tot 1 juli 2021. Ondernemers die nog niet eerder uitstel of verlenging hebben aangevraagd, kunnen dit nu alsnog doen. Voor ondernemers die eerder dit jaar al verlenging hadden gekregen, geldt het uitstel nu automatisch tot 1 juli 2021. De datum waarop ondernemers weer gaan terugbetalen schuift ook op, van 1 juli 2021 naar 1 oktober 2021. Zij krijgen 36 maanden de tijd om de belastingschuld terug te betalen.
De Belastingdienst wil daarnaast samen met schuldeisers en schuldhulpverleners - als onderdeel van het Time-out arrangement (TOA) - soepeler gaan kijken naar het gericht kwijtschelden van (belasting)schulden, voor als een terugbetalingsregeling niet voldoende is. Doel is dat dit in het tweede kwartaal van dit jaar gereed is. De Belastingdienst zal in afwachting hiervan al ingediende saneringsverzoeken aanhouden als de ondernemer daarom vraagt.
Het is goed mogelijk dat we in de toekomst meer gaan thuiswerken. Daarom onderzoekt het kabinet voor na de crisis de vormgeving van belastingmaatregelen waarmee werkgevers thuiswerkkosten kunnen vergoeden. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenhang met bestaande reiskostenvergoedingen.
Dit jaar kunnen werkgevers zo’n thuiswerkvergoeding ook via de werkkostenregeling geven. Deze regeling wordt opnieuw verruimd, net zoals vorig jaar.
Daarnaast kunnen werkgevers tot 1 april 2021 bestaande vaste reiskostenvergoedingen opnieuw onbelast vergoeden.
Ondernemers die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een omzetdaling, kunnen in 2021 weer het zogenaamde gebruikelijk loon lager vaststellen. Hier zijn wel nieuwe voorwaarden aan verbonden, vergelijkbaar zoals bij andere steunmaatregelen.
Het urencriterium dat geldt om gebruik te maken van bepaalde aftrekposten (zoals de zelfstandigenaftrek) wordt wegens de coronacrisis opnieuw versoepeld tot 1 juli 2021.
Ook verschillende andere belastingmaatregelen worden verlengd tot 1 juli 2021, zoals het btw-nultarief op mondkapjes en het fiscaal mogelijk maken van de betaalpauze voor hypotheekverplichtingen.