In 2023 zijn ruim 73 duizend nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dit maakte het CBS op 31 januari bekend. Dat is wel iets minder dan de bijna 75 duizend nieuwbouwwoningen uit 2022, maar ligt toch ruim boven het gemiddelde van zo’n 61 duizend in de afgelopen tien jaar.
De groei van de woningvoorraad door nieuwbouw kwam in 2023 uit op 0,9 procent. De meeste nieuwbouwwoningen werden in Amsterdam gebouwd. In absolute aantallen werden in Zuid-Holland de meeste woningen gebouwd, ruim 17 duizend. In Noord-Brabant (12 duizend) en Noord-Holland (bijna 11 duizend) werden ook veel nieuwbouwwoningen gerealiseerd. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.
Naast nieuwbouw ontstaan er ook woningen door bijvoorbeeld splitsing van bestaande woningen en transformaties van kantoren. Daarnaast verdwijnen er woningen, onder andere door sloop en samenvoeging. Per saldo is de woningvoorraad in 2023 toegenomen tot 8,2 miljoen woningen.
Van 2019 tot 2021 werden er meer vergunningen afgegeven dan gemiddeld, maar daarna liep het aantal terug. Omdat de gemiddelde doorlooptijd vanaf de vergunningverlening circa twee jaar is, zijn de gevolgen daarvan nu terug te zien.
Minister Hugo de Jonge meldde eerder dat vanwege de hoge woningnood in Nederland er flink veel méér woningen bij moesten komen: tussen 2022 en 2030 jaarlijks 900.000. Dat aantal is nog verder opgeschroefd, maar het ziet er niet naar uit dat dit komende jaren gehaald wordt, omdat er daarvoor te weinig vergunningen zijn verleend. Er wordt driftig gezocht naar de juiste bouwlocaties én er zal meer moeten worden ingezet op het transformeren van onder meer kantoorpanden.