Afgelopen zaterdag heeft het FNV als laatste ook ingestemd met de uitwerking van het overeengekomen pensioenakkoord. Dit betekent dat Minister Koolmees de gemaakte afspraken thans in wetgeving kan gaan omzetten. Het nieuwe pensioenstelsel wordt niet van de ene op de andere dag ingevoerd. Uiterlijk voor 1 januari 2026 moet dit een feit zijn. Wat het pensioenakkoord in het kort inhoudt, zetten we hieronder uiteen.
Tot op heden is de pensioenuitkering die een werknemer bij pensionering zou moeten ontvangen het uitgangspunt. Mede door de (kunstmatig) lage rekenrente betekende dit tot op heden dat dit alleen kon worden gerealiseerd door steeds hogere premies. Vanwege dit systeem moeten o.a. pensioenfondsen zoals bpfBOUW een hoge buffer aanhouden en was indexering in de afgelopen jaren niet of nauwelijks mogelijk. Ook het korten van de pensioenen kwam voor meerdere fondsen steeds dichterbij.
Pensioenfondsen hanteren daarbij tot op heden nog steeds de doorsneepremie. Hierdoor betalen deelnemers wel allemaal dezelfde premie, maar bouwen jonge werknemers minder op en oudere juist meer. Dat gaat dus nu veranderen. Niet langer wordt de pensioenuitkering het uitgangspunt, maar de beschikbare pensioenpremie. Daarbij betaalt iedereen wel dezelfde premie, maar wordt de opbouw afhankelijk van de leeftijd. Jongeren zullen in principe meer gaan opbouwen en ouderen daardoor minder. Ten aanzien van de ‘gelijke premie voor iedereen’ is een uitzondering gemaakt voor beschikbare premieregelingen met een zogenaamde leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Deze mogen worden voortgezet voor de bestaande werknemers. Op nieuwe werknemers is de regeling met de vaste premie van toepassing.
In het nieuwe pensioencontract wordt het op te bouwen pensioen minder zeker. De pensioenuitkering wordt vervangen door een pensioenverwachting. Het (op te bouwen) pensioen wordt meer afhankelijk van de economische ontwikkelingen en zal bij positieve ontwikkeling daarvan sneller leiden tot bijvoorbeeld indexatie van het pensioen en in mindere tijden eerder tot kortingen.
Door de veranderde premiesystematiek kan dit er toe leiden dat het nieuwe stelsel voor een aantal gevallen (meestal oudere deelnemers) leidt tot een lager pensioen dan thans het geval is. Hiervoor komt een budget neutrale compensatieregeling om dit zoveel mogelijk tegen te gaan.
Het is de bedoeling dat de reeds opgebouwde pensioenen in principe ingevaren worden in het nieuwe stelsel. Dat speelt alleen bij pensioenfondsen zoals bij bpfBOUW. Dit is alleen niet aan de orde als dit tot onevenredige effecten leidt. In hoeverre dat bij bpfBOUW een rol gaat spelen is nog niet bekend.
De regels voor het korten van pensioenen bij pensioenfondsen zijn net als voor dit jaar ook voor 2021 versoepeld. Als de dekkingsgraad van het pensioenfonds eind 2020 tenminste 90% is, dan hoeft er in 2021 niet gekort te worden.
De stijging van de AOW-leeftijd is vertraagd. In 2024 zal deze op 67 jaar staan. Dat blijft ook in 2025 zo.
De regeling, zoals ook reeds afgesproken in de nieuwe CAO-Afbouw, om met ingang van 1 januari 2021 eerder te kunnen stoppen met werken (maximaal 3 jaar voor de ingangsdatum AOW) zonder dat de werkgever een zogenaamde RVU-boete krijgt van 52%, is door dit pensioenakkoord ook definitief geworden. De regeling geldt voor 5 jaar en dit betekent dat in 2025 de laatste deelnemers hier gebruik van kunnen maken. Voor de CAO-Afbouw betekent dit dat thans de definitieve voorwaarden van de regeling kunnen worden ingevuld en de regeling daarmee een definitieve status zal krijgen vanaf 1 januari 2021. In de komende maanden zullen wij u uitgebreid informeren wat de regeling precies inhoudt en onder welke voorwaarden een werknemer daar gebruik van kan maken.
Zoals aangegeven wordt het nieuwe pensioenstelsel niet ineens zomaar even ingevoerd. Afhankelijk van de bestaande regeling, zoals die thans in de afbouw bij bpfBOUW, zal bekeken worden wanneer dit plaats kan vinden. Uiterlijk 1 januari 2026 moet de nieuwe regeling zijn ingevoerd. De planning daar naar toe ziet er als volgt uit:
01-01-2021: invoering van vertrekregeling, opname ineens en uitbreiding verlofsparen;
01-01-2022: pensioenakkoord is vertaald in wetgeving, start overstapperiode naar het nieuwe pensioenstelsel;
01-01-2026: uiterste datum voor overstap naar het nieuwe pensioenstelsel;
01-01-2036: einde compensatieperiode
De wetgeving m.b.t. het nieuwe pensioenstelsel krijgt in 2020 en 2021 vorm. Daar zit druk op. Daarom komt de Tweede Kamer op 14 juli terug van zomerreces. Er liggen inmiddels ruim 200 vragen voor het kabinet klaar. Er is dus nog het nodige werk aan de winkel, want veel aspecten zijn nu alleen nog maar in algemene termen uitgewerkt. Wat de gevolgen zijn voor de pensioenregeling bij bpfBOUW en wanneer deze de overstap maakt, is nu nog niet bekend. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen. Als u nog vragen heeft, kunt u altijd contact met het secretariaat opnemen.