De orderportefeuilles in de totale bouwnijverheid zijn in oktober uitgekomen op 9,5 maanden werk en zijn daarmee onveranderd ten opzichte van september. Dit bleek uit de conjunctuurmeting die EIB in november uitvoerde in opdracht van de Europese Commissie.
Bij de utiliteitsbedrijven nam de werkvoorraad in oktober met twee tiende maand toe ten opzichte van september en kwam uit op 9,6 maanden werk. Bij de woningbouwbedrijven namen de orderportefeuilles daarentegen met één tiende maand af naar 11,6 maanden werk. Per saldo kwam de werkvoorraad in de burgerlijke & utiliteitsbouw in oktober uit op 10,7 maanden werk, net als in september.
Een op de drie bedrijven gaf aan stagnatie te ondervinden in onderhanden werk. Voor b&u-bedrijven was hinder met betrekking tot de coronacrisis en het afgeven van vergunningen de belangrijkste oorzaak voor stagnatie.
De productie is in de afgelopen drie maanden bij ruim 10% van de bedrijven afgenomen, maar bij ruim 15% van de bedrijven toegenomen. In oktober beoordeelde ruim 15% van de bedrijven hun orderpositie als klein. Eveneens 15% beoordeelde daarentegen hun orderpositie als groot. In oktober verwachtte 10% van de bedrijven dat hun personeelsbezetting toeneemt, terwijl eveneens 10% verwachtte dat deze gaat afnemen. Circa 15% van de bedrijven gaf aan dat ze verwachten dat prijzen in de komende drie maanden gaan toenemen. 5% verwacht een prijsdaling.
Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 225 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Bron: EIB