Afbouw op de 2e plaats
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA
28 maart 2019

Nijpend tekort aan afbouwers

Op 27 maart publiceerde UWV een nieuw overzicht met wat zij noemen “krappe beroepen”. Het tekort aan afbouwers is landelijk al langere tijd merkbaar. In de top 15 staat het tekort aan bouwarbeiders afbouw op de tweede plaats. En de krapte op de arbeidsmarkt neemt verder toe.

In acht van de twaalf provincies van Nederland hebben werkgevers moeite om vacatures te vervullen. Twee jaar geleden was dit nog in geen enkele provincie. De arbeidsmarkt is in de afgelopen paar jaar in een hoog tempo krapper geworden. Eind 2018 waren er vier provincies met een ‘gemiddelde’ arbeidsmarkt. Dit zijn Flevoland, Drenthe, Friesland en Groningen. Hier zijn nog relatief voldoende werkzoekenden voor het aantal vacatures te vinden, hoewel ook daar voor bepaalde beroepen de arbeidsmarkt erg krap is. 

Bouw heeft meeste beroepen met weinig werkzoekenden

UWV meldt dat er een dalend aantal WW-uitkeringen is en dus steeds meer mensen een baan hebben. Werkgevers in de bouw, zorg, onderwijs, techniek en ICT hebben echt moeite om personeel te vinden. Geconstateerd wordt dat vooral de bouwsector de meeste beroepen heeft waar maar weinig werkzoekenden voor te vinden zijn.

Top 15 krappe beroepen

  1. Machinemonteurs
  2. Bouwarbeiders afbouw
  3. Elektriciens en elektronicamonteurs
  4. Software- en applicatieontwikkelaars
  5. Elektrotechnisch ingenieurs
  6. Ingenieurs
  7. Timmerlieden
  8. Vrachtwagenchauffeurs
  9. Databank- en netwerkspecialisten
  10. Assemblagemedewerkers
  11. Automonteurs
  12. Productiemachinebedieners
  13. Loodgieters en pijpfitters
  14. Productieleiders industrie en bouw
  15. Transportplanners en logistiek medewerkers
Deel dit artikel: