De elektrische transitie in de bedrijfswagenmarkt staat voor de deur en ondernemers in de afbouwsector kunnen niet achterblijven. Fred van den Brink, Key Account Manager Fleetsales & Bedrijfswagens bij Renault Nederland, deelt zijn inzichten en adviezen voor afbouwbedrijven die overwegen de stap naar elektrisch vervoer te maken.
Afgelopen maand was het volop in het nieuws. Er is een ware run op ‘ouderwetse’ dieselbussen gaande. Daar waar de overheid op allerlei manieren probeert om elektrisch vervoer te stimuleren, lijken Nederlandse ondernemers opeens massaal een op fossiele brandstof aangedreven bestelbus aan te schaffen. Wat is er aan de hand? Eerst en vooral: vanaf 1 januari 2025 verdwijnt de BPM-vrijstelling voor bedrijfswagens op fossiele brandstoffen. Dit betekent dat ondernemers die een nieuwe diesel-, benzine- of gasbestelauto aanschaffen de volle BPM zullen moeten betalen, wat kan oplopen tot wel € 15.000 per voertuig. "Voor elektrische bedrijfswagens blijft deze vrijstelling wel gelden," aldus Van den Brink. "Het is belangrijk dat ondernemers nu al nadenken over een overstap naar elektrisch om onverwachte kosten in de toekomst te voorkomen." Met de komst van emissievrije zones in steden zoals Amsterdam, Utrecht en Rotterdam, die al starten vanaf 1 januari 2025 voor bepaalde dieselmotoren, wordt het voor ondernemers essentieel om nu al na te denken over hun wagenpark. "Bedrijven die niet tijdig overschakelen naar emissievrije voertuigen zullen straks deze steden niet meer in mogen rijden, wat hun bedrijfsvoering ernstig kan belemmeren," waarschuwt Van den Brink.
Het overstappen naar een elektrische bedrijfswagen is niet alleen goed voor het milieu, maar ook financieel aantrekkelijk dankzij de BPM-vrijstelling en lagere operationele kosten. De nieuwste elektrische modellen, zoals de Renault Master E-Tech, hebben een actieradius van 460 kilometer en kunnen aanhangers tot 2500 kilo trekken, zegt Van den Brink. "De techniek gaat snel vooruit," zegt hij. Bij de overstap naar elektrisch aangedreven bedrijfswagens komt echter wel meer kijken dan alleen de aanschaf van een nieuw voertuig. Ondernemers zullen hun werkprocessen moeten aanpassen om de voordelen van elektrisch rijden volledig te benutten. "De inzet van een elektrische bestelauto vraagt om een herziening van bedrijfsprocessen," stelt Van den Brink. "Het gaat niet alleen om de aanschaf, maar ook om hoe en wanneer je de voertuigen inzet." Ten eerste is het belangrijk om laadtijden efficiënt in te plannen. "Veel bedrijven zullen moeten nadenken over de momenten waarop hun voertuigen kunnen laden," legt Van den Brink uit. "Dit kan betekenen dat je laadpunten op strategische locaties binnen je bedrijfsterrein moet installeren, of zelfs onderweg bij partners of publieke laadstations." Ondernemers moeten ervoor zorgen dat voertuigen tijdens werkpauzes of overnachtingen worden opgeladen, zodat ze overdag maximaal inzetbaar zijn.
Daarnaast moeten bedrijven hun logistieke planning heroverwegen. Elektrische voertuigen hebben een beperkte actieradius in vergelijking met traditionele brandstofauto’s, wat betekent dat routes en rijtijden mogelijk aangepast moeten worden. "Het is cruciaal om te kijken naar de dagelijkse afstanden die worden afgelegd en de mogelijkheid om tussentijds te laden," aldus Van den Brink. "Dit kan betekenen dat er meer stop- en laadmomenten in de planning opgenomen moeten worden, maar ook dat er efficiënter gepland moet worden om onnodige kilometers te vermijden." Verder speelt de belading van de voertuigen een belangrijke rol. Elektrische bestelwagens hebben een hoger batterijgewicht, wat invloed kan hebben op de totale laadcapaciteit. "Ondernemers moeten kritisch kijken naar wat er daadwerkelijk vervoerd moet worden en of er mogelijkheden zijn om de belading te optimaliseren," zegt Van den Brink. "Dit kan betekenen dat er vaker, maar met kleinere ladingen gereden wordt, of dat er gekozen wordt voor een ander type voertuig voor specifieke taken." Tot slot is het essentieel om het personeel goed op te leiden en bewust te maken van de nieuwe technologieën en werkprocessen. Door dit allemaal aan te passen, kunnen ondernemers de transitie naar elektrisch rijden succesvol maken en tegelijkertijd profiteren van de financiële en operationele voordelen die deze technologie biedt. "Het is een investering in de toekomst van je bedrijf en in duurzame mobiliteit," concludeert Van den Brink.
Er heerst momenteel veel verwarring over de nieuwe regelgeving die een groot rijbewijs vereist voor zwaardere elektrische bestelwagens. Volgens Van den Brink is het zo dat elektrische bedrijfswagens door hun zwaardere accu’s soms boven de wettelijke 3500 kilo uitkomen, de grens waarbij een groot rijbewijs verplicht is. "Hoewel andere Europese landen gedoogregelingen kennen, is dat in Nederland niet meer het geval," legt hij uit. "Er wordt echter gewerkt aan een nieuwe Europese richtlijn die mogelijk een uitzondering maakt voor schone bestelauto's tot 4250 kilo, zodat deze met een normaal BE-rijbewijs bestuurd kunnen worden. En de modellen van Renault blijven vooralsnog onder die 4250 kilogram. Een belangrijke overweging voor veel ondernemers is het vermogen van elektrische bussen om zware aanhangers te trekken. De Renault Master E-Tech kan aanhangers tot 2500 kilo aan, terwijl de kleinere Kangoo E-Tech 1500 kilo kan trekken. "Dit maakt elektrische bedrijfswagens steeds geschikter voor zware werkzaamheden binnen de afbouwsector," aldus Van den Brink.
Waterstofvoertuigen, zoals de toekomstige Renault Master met waterstofcel, bieden een veelbelovend alternatief voor zwaar transport en lange afstanden. In plaats van een grote batterij genereren deze voertuigen hun elektriciteit aan boord via een chemische reactie tussen waterstof en zuurstof, wat resulteert in een actieradius van 700 kilometer en een tanktijd van slechts vijf minuten. "Waterstof maakt het mogelijk om snel weer de weg op te gaan, wat cruciaal is voor bedrijven met een hoge voertuigrotatie," zegt Van den Brink. Ondanks de voordelen van waterstof zijn er nog wel uitdagingen, vooral op het gebied van infrastructuur en kosten. In Nederland zijn momenteel slechts een handvol waterstoftankstations, en de productie en distributie van waterstof zijn duur. "De infrastructuur moet significant worden uitgebreid om waterstof echt tot een haalbare optie te maken," erkent Van den Brink. Toch ziet hij positieve ontwikkelingen in landen zoals Duitsland, waar een uitgebreide waterstofinfrastructuur wordt opgebouwd. Om de adoptie van waterstoftechnologie te versnellen, zijn subsidies en Europese samenwerking essentieel. De Europese Unie biedt aanzienlijke subsidies, wat helpt om de kosten te drukken. "Bijvoorbeeld, op dit moment krijgen we € 50.000 subsidie per waterstofauto vanuit Brussel," legt Van den Brink uit. Met de juiste investeringen kan waterstof een duurzame oplossing bieden voor de transportsector. "Het is een spannende tijd voor duurzame mobiliteit," concludeert Van den Brink. "En waterstof zal zeker een belangrijke rol spelen in de toekomst van bedrijfsvoertuigen."
Renault Nederland is een ledenvoordeelpartner van NOA. Dit betekent dat NOA-leden gebruik kunnen maken van extra service die Renault biedt. Als lid van NOA kom je in aanmerking voor mooie kortingen bij de aanschaf van een nieuwe Renault , Kangoo, Trafic en Master uitvoeringen. Afhankelijk van het model van je keuze kan de korting oplopen tot 23,5%. Bij Renault hebben we mogelijkheden gecreëerd om de fabrieksproductie van onze bedrijfswagens te vergroten voor de Nederlandse markt. Dit betekent dat alle orders voor bedrijfswagens, die voor 17 juli a.s. worden ingevoerd bij onze Renault dealers, ook dit jaar worden geleverd. Deze garantie kunnen wij vanuit Renault afgeven. Samen met het ledenvoordeel is dit dé kans om dit jaar nog een nieuwe Renault bedrijfswagen aan te schaffen. Hiermee voorkom je een prijsverhoging van ruim 40% in 2025 wat neerkomt op een gemiddeld bedrag € 14.000,- !