Vorig jaar legden we de afbouwsector langs de duurzaamheidslat. Maar is dat wel genoeg? Afspraak is dat de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair zal zijn en de bouw in 2030 50 procent minder grondstoffen mag gebruiken dan dat we nu doen. Dat is al over vijf jaar. Kan dat überhaupt wel? NOA Magazine gaat dit jaar onderzoeken hoe circulair de verschillende hoofdsectoren al zijn en hoe circulair ze kunnen worden. In dit nummer: de vloerensector.
Een van de grootste obstakels in de weg naar circulaire vloeren is de losmaakbaarheid van materialen. Vloeren zijn vaak verlijmd of op andere wijze permanent bevestigd, wat hergebruik bemoeilijkt. Samenwerking in de keten is daarom essentieel: van producent tot vloerenlegger. Gelukkig ontstaan er steeds meer oplossingen die circulair bouwen voor vloerenbedrijven haalbaar maken.
Een mooi voorbeeld komt van zand- en cementhandel en begunstigend NOA-lid Van de Haterd, in nauwe samenwerking met NXT Building uit Wijchen. Zij produceren circulair beton met behulp van de NXT Separator, een innovatieve breker die betonpuin scheidt in schone, opnieuw bruikbare grondstoffen: grind, zand en vulstof. Deze secundaire materialen worden vervolgens geupcycled tot een nieuw betonmengsel met een lagere cementfractie. Hierdoor wordt niet alleen de behoefte aan primaire grondstoffen verminderd, maar leidt het proces ook tot een indrukwekkende CO2-reductie van zo’n 60 procent per kubieke meter beton.
"We moeten af van het idee dat beton per definitie niet circulair kan zijn”, stelt Toon van de Haterd van begunstigend NOA-lid Van de Haterd Zand- en Cementhandel. "Met de juiste technologie en samenwerking in de keten kunnen we puin omzetten in een hoogwaardig bouwmateriaal. Dat is niet alleen beter voor het milieu, maar ook economisch verantwoord. Bovendien kunnen we met mobiele productie-units lokaal werken, wat extra transport en daarmee emissies bespaart." Het geproduceerde circulaire beton is inzetbaar in uiteenlopende toepassingen: van funderingen en casco-elementen tot gietvloeren. De kwaliteit doet niet onder voor traditioneel beton en voldoet aan alle bouwnormen, inclusief de vereisten voor druksterkte en duurzaamheid. Dankzij het KOMO-gecertificeerde productieproces is de betrouwbaarheid gewaarborgd. De flexibiliteit van het systeem is groot: de mobiele NXT Separator kan op locatie worden ingezet, waardoor ook kleinere projecten kunnen profiteren van circulaire betonoplossingen. Deze schaalbaarheid maakt het concept toegankelijk voor een brede groep aannemers en vloerenbedrijven die willen verduurzamen zonder grote investeringen. Het illustreert dat circulair bouwen op schaal geen toekomstmuziek meer is, maar realiteit.
Een ander circulair voorbeeld zijn de droogvloersystemen van Fermacell. Deze gipsvezel- of cementgebonden vloerelementen zijn licht, drukvast en brandwerend en kunnen droog geplaatst worden zonder cement of PUR. Dat betekent: geen uitdroogtijd, minder gewicht op de draagconstructie, en vooral: losmaakbaarheid. Doordat er geen natte materialen zoals chape of PUR-schuim nodig zijn, kunnen bouwfasen sneller op elkaar aansluiten en wordt de bouwtijd aanzienlijk verkort. Bovendien vermindert het droge bouwproces het risico op bouwvocht en daarmee op schimmelvorming. De elementen kunnen na gebruik verwijderd en herverwerkt worden tot nieuwe platen. Dit sluit perfect aan bij het principe van urban mining: het herwinnen van materialen uit bestaande gebouwen. Bij een renovatie kunnen de platen selectief gedemonteerd worden en elders opnieuw dienst doen, of worden vermalen en verwerkt tot nieuwe gipsvezelplaten. "Wij zien dat circulariteit steeds belangrijker wordt in de bouwsector”, zegt René Verkuijlen van begunstigend NOA-lid James Hardie, producent van de Fermacell vloerelementen en gipsvezelplaten. "Onze droogvloersystemen zijn ontworpen met het oog op hergebruik. Dankzij de droge montage zijn ze makkelijk te demonteren en opnieuw te verwerken. Daarmee sluiten we de cirkel echt. En we merken dat architecten en aannemers hier steeds vaker bewust naar vragen."
Fermacell zet hiermee nadrukkelijk in op circulariteit. Bij renovatieprojecten bieden deze systemen bovendien akoestische voordelen dankzij honingraatoplossingen gevuld met egalisatiekorrels. Deze vullen oneffenheden in de vloer op en zorgen tegelijk voor massa, waardoor geluidstrillingen beter worden geabsorbeerd. Ook voor nieuwbouw bieden ze een slanke opbouw (vanaf 30 mm), geschikt voor vloerverwarming, linoleum, tegels of zelfs gietvloeren. Zelfs in situaties met beperkte opbouwhoogte, zoals bij monumentale panden, vormen ze een praktische oplossing. Dankzij hun modulaire karakter kunnen ze eenvoudig gecombineerd worden met andere circulaire bouwcomponenten.
Of het nu om circulair beton of droogvloeren gaat, duidelijk is dat de sector stap voor stap vooruitgang boekt. De sleutel ligt in samenwerking binnen de keten, technische innovatie en het denken in systemen in plaats van losse producten. Vloerenbedrijven doen er goed aan circulaire alternatieven op te nemen in hun advies, ontwerp en uitvoering. Het vergt een andere mindset, maar zoals Fermacell en Van de Haterd laten zien, hoeft circulair bouwen niet duurder of ingewikkelder te zijn. Integendeel: het biedt nieuwe kansen voor duurzaamheid, kwaliteit en toekomstbestendigheid.