Werk veilig, houd plezier en kijk vooruit
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA
08 juni 2023

‘Gezondheid van werknemers moet Chefsache worden’

In de CAO Afbouw is geregeld dat werknemers iedere vier jaar gratis een gezondheidsonderzoek mogen laten doen: het zogenaamde Periodiek Arbeidsgezondheidskundig Onderzoek (PAGO). Helaas wordt daar maar weinig gebruik van gemaakt. Volandis-directeur Tjeerd Hobma roept werkgevers en DGA’s daarom op zichzelf ook eens te laten onderzoeken. “Iemand die al voor hij pijntjes ontwikkelt naar een bouwarts gaat, houdt het werk veel langer vol.”

Volgens de CAO Afbouw heeft iedere afbouwwerknemer één keer in de vier jaar recht op een PAGO. Volandis werkt daarbij samen met preventie arbodiensten die de bedrijven zelf kiezen. Daarbij worden gezondheids- en arbeidsrisico’s in kaart gebracht die specifiek voor de afbouw gelden. “Dat recht is er dus, maar veel mensen weten dat niet”, ziet Hobma. “We hebben gemerkt dat deelname aan een periodiek onderzoek flink toeneemt als de directie op de hoogte is van de regeling. De belangrijkste sleutel om de opkomst te verhogen - en die ligt nu maar rond de 25 procent - is als ook DGA’s een keer zo’n onderzoek ondergaan. Volandis neemt de kosten deze keer voor zijn rekening.” Want in principe is een PAGO alleen bedoeld voor medewerkers die in loondienst zijn. Iedereen die in loondienst is bij een afbouwbedrijf dat afdraagt aan de cao voor de afbouw heeft recht op deelname aan het zogenoemde pakket individugerichte preventiezorg voor de afbouw. En dat begint met het PAGO. Een PAGO voor de afbouw is opgebouwd in drie pijlers: ‘Werk veilig’, ‘Houd plezier’ en ‘Kijk vooruit’. ‘Werk veilig’ gaat over de fysieke en mentale gezondheid. ‘Houd plezier’ over waardering, leiderschap, communicatie, privébalans en hoe gaat het met je. ‘Kijk vooruit’ gaat over je ontwikkeling, over leren, je financiële fitheid. Dingen die over de toekomst gaan dus. Hobma: “Ondertussen hebben we in onze online te raadplegen bedrijfstakatlas meer dan 30 jaar aan data verzameld. We weten dus heel goed wat afbouwmedewerkers tijdens hun werkzame leven meemaken en tegenkomen. Werkgevers kunnen al die gegevens - geanonimiseerd - terugvinden. Zowel op het niveau van het bedrijf als branchebreed. Maar ook werknemers kunnen daar heel mooi zien wat hun voorland in een bepaald beroep is. Daar staat precies per leeftijd wat de fysieke of mentale belasting van bijvoorbeeld een stukadoor of plafond- en wandmonteur is. Je kunt er alle arbeidsrisico's terugvinden die van invloed zijn op je gezondheid en je werkgeluk.”

Arbospreekuur

Dat de deelname aan het PAGO in de afbouw zo laag is, heeft volgens Hobma meerdere redenen. “Een daarvan is dat werknemers aangeven dat ze met hun klachten al naar hun huisarts gaan”, zegt Hobma. “Maar we willen veel liever dat werknemers - liefst nog voordat ze klachten krijgen - naar een speciale bouwarts gaan. Je hoeft namelijk niet te wachten op een PAGO-oproep. Je kunt je altijd melden op het arbospreekuur. Vooral als je zelf al voelt dat opkomende klachten werkgerelateerd zijn. Dat zit ook in het pakket individugerichte preventiezorg en daar is door alle werkgevers al voor betaald en kost dus niets.” Voordeel van een bouwarts is bovendien dat die speciaal is opgeleid om de specifieke arbeidsrisico’s in de afbouw te herkennen en daar een behandelplan voor te maken. Hobma: “We willen dat mensen zich zo vroeg mogelijk uit zichzelf bij zo’n bouwarts melden. Het is niet voor niets voor preventievezorg. Een bedrijfsarts kan je namelijk altijd doorverwijzen naar een huisarts of specialist. Maar hij kan je ook uitleggen hoe je verdere klachten kunt voorkomen.”  

Drempel

Een van de manieren om deelname aan de PAGO te verhogen - Hobma zou graag zien dat de deelname richting de 80 procent groeit - is door bedrijven erop te wijzen dat ze de onderzoeken voor hun medewerkers ruim van tevoren plannen bij een arbodienst. “Als je dat in de rustiger periodes plant, bijvoorbeeld in de winter, dan maken meer mensen er gebruik van. Sowieso merken we dat de deelnamecijfers omhoog schieten als een werkgever zich hier actief mee bemoeit of er iets aan verbindt. Een speciale ‘veilig werken-dag’ bijvoorbeeld.” Hobma drukt DGA’s daarnaast op het hart om zichzelf ook eens voor een PAGO op te geven. “Als je als werkgever zelf niet weet wie je bouwarts is, dan is de drempel om je medewerkers daarheen te sturen veel hoger. En zeker met de schaarste op de arbeidsmarkt en de moeite die bedrijven hebben om goede mensen vast te houden is het belangrijk dat medewerkers gezond blijven en niet uitvallen. De gezondheid van werknemers moet dus Chefsache worden.”

Gouden regel

Uit onderzoek van Volandis blijkt zonneklaar dat werknemers die zich regelmatig laten onderzoeken en dus niet wachten tot ze de eerste pijntjes krijgen, ook eerder maatregelen nemen en daardoor langer in goede gezondheid kunnen blijven werken. “En daar hebben werkgevers ook baat bij”, benadrukt Hobma. Het belangrijkste inzicht dat werknemers met een zwaar beroep door de PAGO opdoen, is het belang van tijdig herstellen. “Dus op tijd je rust pakken en niet na het werk nog een zwarte klus erbij doen.” Ook de 80-90-100-regeling, die het mogelijk maakt om op latere leeftijd minder dagen te werken, draagt eraan bij dat werknemers het werk langer volhouden. “Dat is een fantastische regeling”, zegt Hobma. “Gouden regel is namelijk dat je moet herstellen van zwaar werk. Een rustdag midden in de week is daar heel goed voor.” Maar ook sporten is belangrijk, betoogt Hobma. “Zwaar werk betekent niet automatisch dat je genoeg calorieën verbrandt of op een goede manier voldoende beweegt. Zwaar en repeterend werk is vooral belastend. Sporten is ontspannend en draagt bij aan je mentale welzijn.” En die staat - ook in de afbouw, mede door de oplopende werklast, onder druk. “De in april gelanceerde campagne over stress in de afbouw blijkt zeer succesvol”, legt Hobma uit. “Veel signalen over stress en een hoge werkdruk komen van mensen die een PAGO hebben gedaan. Stressonderzoek is onderdeel van de PAGO. Hoe eerder je dit soort signalen opvangt hoe meer je er tegen kunt doen. Want als iemand al bijna dreigt te verzuimen, duurt de weg naar herstel veel langer. Met alle risico’s en kosten voor een werkgever van dien. Hoe eerder iets in beeld is, hoe eerder we kunnen helpen.” Naast de lage opkomst bij de PAGO ziet Hobma ook dat werknemers die zich wel regelmatig laten onderzoeken maar weinig met de uitkomsten doen. “Door allerlei redenen wordt er niet veel gebruikgemaakt van het mooie pakket dat er is. Ook daar kan een werkgever een belangrijke rol spelen. Soms denken die dat ze niet naar de uitkomsten van een PAGO mogen vragen. Maar dat is onzin: vragen mag! Het is aan de werknemer of die antwoord wil geven. Door het gesprek aan te gaan is een groot deel van het leed vaak al geleden. Een goed gesprek aan de keukentafel lost ontzettend veel op. Dat gaat bij heel veel afbouwbedrijven trouwens al heel goed. Daar kan de Bouw & Infra nog wat van leren.”

Dus, en Hobma kan het niet vaak genoeg zeggen, niet alleen naar een (bedrijfs)arts stappen als je al klachten hebt, maar jezelf regelmatig laten onderzoeken. “Net zoals je gereedschap goed onderhoudt, moet je jezelf ook goed onderhouden.”

Deel dit artikel: