Op initiatief van Techniek Nederland, Bouwend Nederland en het Rijksvastgoedbedrijf is per 1 januari 2025 de geactualiseerde Risicoregeling Woning- en Utiliteitsbouw (RWU) in werking getreden. Deze regeling wordt gebruikt om prijswijzigingen tijdens de uitvoering van bouwprojecten op een transparante manier tussen opdrachtgever en aannemer te verrekenen.
Ook bedrijven in onze sectoren krijgen soms te maken met de RWU-regeling. Het is belangrijk om te weten dat de RWU 2025 op een aantal punten is vernieuwd ten opzichte van de versie die al sinds 1991 werd toegepast.
Voor contracten waarin nog verwezen wordt naar de uitgefaseerde RWU-index, kunnen per 1 januari 2025 de in de RWU genoemde alternatieven vanuit het CBS worden gebruikt. De 10%-regel blijft voor deze contracten nog wel van toepassing.
Om bij langlopende projecten prijswijzigingen te kunnen verrekenen, wordt dit vooraf overeengekomen. Als er niets is geregeld, is verrekening in beginsel niet mogelijk. Naast een afspraak over de verrekening conform een loon- en materiaalindex kan ook gekozen worden voor de uitgebreidere RWU-regeling. Bekijk de nieuwe risicoregeling via een link van Bouwend Nederland.
De verrekening van wijzigingen van loonkosten geschiedt volgens de formule:
VI =((Ln - Lp) / Lp) x Lb x Tf x Tb 2
De afkortingen in deze formule staan voor:
Vl: de te verrekenen loonkosten per termijnbetaling;
Ln: de loonindex(en) over de periode waarop een termijnbedrag betrekking heeft;
Lp: de loonindex op de peildatum;
Lb: het loonbestanddeel;
Tf: de tijdfactor(en), en
Tb: het termijnbedrag.
De verrekening van wijzigingen van materiaalprijzen geschiedt volgens de formule:
Vm =((Mn - Mp) / Mp) x Mb x Tf x Tb 2
De afkortingen in deze formule staan voor:
Vm: de te verrekenen materiaalprijzen per termijnbetaling;
Mn: de materiaalindex(en) over de periode waarop een termijnbedrag betrekking heeft;
Mp: de materiaalindex op de peildatum;
Mb: het materiaalbestanddeel;
Tf: de tijdfactor(en), en
Tb: het termijnbedrag.