In 2024 moet het loon van een Directeur-Grootaandeelhouder minimaal € 56.000,- zijn. De gebruikelijkloonregeling is ingesteld om te voorkomen dat DGA’s belastingvoordeel hebben, doordat zij hun salaris laag houden, maar hogere dividentuitkeringen doen.
De gebruikelijkloonregeling houdt in dat een Directeur-Grootaandeelhouder wordt geacht een loon te krijgen dat normaal is voor het niveau en de duur van zijn arbeid. Het gebruikelijk loon moet minimaal het hoogste bedrag zijn van de volgende bedragen:
Het gebruikelijk loon dat een werknemer zou ontvangen voor vergelijkbare werkzaamheden moet de DGA zichzelf dus ook uitkeren. De aard en omvang van de onderneming, de branche en de marktconforme beloning voor vergelijkbare functies spelen daarbij allemaal een rol.
Het normbedrag is dit jaar opnieuw verhoogd, om belastingontwijking te ontmoedigen. In de praktijk kan het voor DGA’s aantrekkelijk zijn om een lager bedrag aan loon te ontvangen en dan een hogere dividend uit te keren. Dit kan belastingvoordeel opleveren, omdat het DGA-loon tegen het reguliere inkomstenbelastingtarief belast wordt en voor dividenduitkeringen het lagere tarief van de dividendbelasting geldt. Dit lagere tarief geldt omdat de BV al vennootschapsbelasting heeft betaald over de winst waaruit het dividend wordt uitgekeerd.
Er zijn een aantal uitzonderingen gemaakt, waarbij een DGA een lager loon mag ontvangen dan het gebruikelijk loon. Bijvoorbeeld bij een start-up, of als de continuïteit van de onderneming in gevaar is. Bij een controle moet dan wel een goede onderbouwing kunnen worden geleverd.
Meer informatie op de website van de Belastingdienst