In ‘De Werkweek’ volgen we iemand die zich op een speciale manier inzet voor de afbouwbranche. In dit nummer is dat Stefan van Strien, directeur bij de Stichting Gevelgarantie (SGG). Hoewel het directeurschap hem meestal niet meer dan een dag per week kost, verveelt Van Strien zich allesbehalve. “In vergelijking met mijn vroegere werk is dit een stuk minder eenzaam.”
“Mijn werkweken zien er inderdaad nogal anders uit dan een paar jaar geleden, toen ik nog directeur/eigenaar was van Strikolith. Ik heb dat familiebedrijf verkocht omdat ik het wat rustiger aan wilde doen, maar vooral omdat ik de continuïteit wilde waarborgen. Voor alle medewerkers en de mooie producten die ze maken. Gelukkig heb ik in Saint-Gobain Weber Beamix een partij gevonden die dat in een veranderende markt met steeds grotere spelers op een hele mooie manier doorzet. Maar waar het in de eerste jaren voelde als een vroege pensionering ben ik inmiddels - zeker qua uren - weer minstens net zo druk als vroeger. Maar qua werk zijn mijn dagen compleet anders. Niet alleen ben ik twee jaar geleden directeur geworden van de Stichting Gevelgarantie, waar ik overigens al veel langer in het bestuur zat, ik ben ondertussen ook bestuurder en investeerder bij een drietal metaalbewerkingsbedrijven en zet ik me in voor de carnavalsvereniging. "Het grote verschil met mijn eerdere werk is dat ik me nu een stuk minder eenzaam voel. Ik mag nu in een team van mensen opereren die allemaal veel ervaring in het ondernemen hebben. Met die mensen kun je sparren en praten, daar waar ik bij Strikolith helemaal alleen eindverantwoordelijk en de beslisser was. Ik kan me niet anders voorstellen dat dit voor veel directeuren/eigenaren van familiebedrijven geldt. Het is een eenzaam beroep en het wordt, onder andere door wet- en regelgeving en snel veranderende marktomstandigheden steeds moeilijker. Gelukkig had ik ook bij Strikolith wel een heel fijn en verantwoordelijk team. Ik hoefde het niet helemaal alleen te doen."
Voor mijn werk als bestuurder ben ik soms op locatie, maar ik werk ook veel vanuit huis. Samen met enkele andere ondernemers investeren we in bedrijven waarvoor we kansen zien. Daar hebben we een aantal randvoorwaarden aan gesteld: het moeten maakbedrijven zijn, van een bepaalde grootte en omzet en ze moeten duurzaamheidsambities hebben. Zo kwam er een metaalbedrijf op onze radar waarin we eerst hebben geïnvesteerd en dat we twee jaar geleden hebben weten over te nemen. In het afgelopen jaar hebben we daar nog twee van hetzelfde type bedrijven met een ander type toepassing bij gekocht. Daar willen we een grotere groep van maken om een breed spectrum van metaalbewerking te kunnen bieden. Dat het een metaalbedrijf is, is eigenlijk toeval. Het had ook een bedrijf in de zorg of de IT kunnen zijn. Het mooie vind ik dat het zo’n andere branche is dan de afbouw. Zo zijn er meer dan 9.000 concurrenten. Ik stond er versteld van hoeveel verschillende metaalbewerkingsbedrijven er zijn. Bovendien is er een enorme consolidatie gaande. Op dit moment zijn er nog ontzettend veel ‘papa en mama-bedrijven’ in die sector actief voor wie opvolging onzeker is. Wat dat betreft lijkt het dan weer wel een beetje op de stukadoorsbranche.”
“Gemiddeld kost mijn werk als directeur van de Stichting Gevelgarantie me een dag in de week. Al kunnen dat er ook wel eens twee zijn. Zeker wanneer je regelmatig op locatie naar projecten gaat kijken. De stichting is bijna 28 jaar geleden opgericht om opdrachtgevers te overtuigen van de kwaliteit van het product gevelisolatie en ze financiële en bouwtechnische zekerheid te bieden. Gevelisolatie was toen nog onbekend in Nederland en zoals je weet: ‘onbekend maakt onbemind’. Met de stichting bieden we opdrachtgevers, zoals woningcorporaties een garantieregeling zoals die nergens anders in de wereld bestaat. Ze krijgen tien jaar lang garantie op het uitgevoerde werk. Mits het gaat om buitengevelisolatiesystemen met een KOMO-Attest die worden uitgevoerd door stukadoors met een KOMO-Procescertificaat voor het aanbrengen van die systemen of om gevelsystemen die aantoonbaar voldoen aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen (ETAG of landelijke certificaten) en die aangebracht worden door daarvoor ‘erkende montagebedrijven’ en daarnaast door Stichting Gevelgarantie erkend worden. Onze stichting fungeert in feite als een tussenpersoon tussen de bedrijven die het werk uitvoeren en de systeemleveranciers enerzijds en een grote herverzekeraar. Mijn werk bestaat vooral uit contact houden met die herverzekeraar en de controle-instituten, het coördineren van alles rondom schades, maar ook een stukje marketing bijvoorbeeld. Bovendien organiseren we jaardagen voor deelnemers en presenteren we een marktvisie. En zo is er altijd iets te doen.”
“Alle donderdagen ben ik op het kantoor van SGG in Vught om contact te houden met het team dat de zaak draaiende houdt en om me te laten bijpraten over de lopende zaken. Momenteel zijn we bijvoorbeeld een nieuw softwarepakket aan het uitrollen. Ik merk dat het aantal projecten waarvoor de garantie wordt aangevraagd behoorlijk toeneemt. Terwijl het aantal daadwerkelijke schades, zeker in vergelijking met het aantal uitgevoerde projecten, juist vrij gering is. Dat zal zekerook komen door de uitgebreide controle vooraf. Want uit ervaring weten we dat de kwaliteit van gevelisolatie voor het grootste gedeelte wordt bepaald door de ondergrond. Stukadoorsbedrijven weten of beseffen dat lang niet altijd en op deze manier zorgen we er samen voor dat we met alle deelnemers een vuist kunnen maken. “Ik zie gelukkig ook dat de markt voor verduurzaming behoorlijk stabiel blijft. Ook als het bouwbreed wat minder gaat, blijft gevelisolatie een groeimarkt. En hoewel gevelisolatie in de basis nog hetzelfde is als 28 jaar geleden - een isolatieplaat met minerale wol en daaroverheen een afwerking - zien we die afwerking veranderen. Prefab en steenstrips worden populairder. “Jazeker helpt het dat ik een achtergrond in de afbouw heb. Ik ken de technieken en snap de mores in de markt. Maar in plaats van dat ik nu voor eigen geld en risico werk, ben ik nu meer een onafhankelijk scheidsrechter.”
“Gemiddeld kost mijn werk als directeur van de Stichting Gevelgarantie me een dag in de week. Al kunnen dat er ook wel eens twee zijn. Zeker wanneer je regelmatig op locatie naar projecten gaat kijken. De stichting is bijna 28 jaar geleden opgericht om opdrachtgevers te overtuigen van de kwaliteit van het product gevelisolatie en ze financiële en bouwtechnische zekerheid te bieden. Gevelisolatie was toen nog onbekend in Nederland en zoals je weet: ‘onbekend maakt onbemind’. Met de stichting bieden we opdrachtgevers, zoals woningcorporaties een garantieregeling zoals die nergens anders in de wereld bestaat. Ze krijgen tien jaar lang garantie op het uitgevoerde werk. Mits het gaat om buitengevelisolatiesystemen met een KOMO-Attest die worden uitgevoerd door stukadoors met een KOMO-Procescertificaat voor het aanbrengen van die systemen of om gevelsystemen die aantoonbaar voldoen aan de daarvoor geldende kwaliteitseisen (ETAG of landelijke certificaten) en die aangebracht worden door daarvoor ‘erkende montagebedrijven’ en daarnaast door Stichting Gevelgarantie erkend worden. Onze stichting fungeert in feite als een tussenpersoon tussen de bedrijven die het werk uitvoeren en de systeemleveranciers enerzijds en een grote herverzekeraar. Mijn werk bestaat vooral uit contact houden met die herverzekeraar en de controle-instituten, het coördineren van alles rondom schades, maar ook een stukje marketing bijvoorbeeld. Bovendien organiseren we jaardagen voor deelnemers en presenteren we een marktvisie. En zo is er altijd iets te doen.” “Ja, ik mis de afbouw best wel vaak. Ik ben geboren en getogen in dit vak. Mijn vader heeft Strikolith meer dan 50 jaar geleden opgericht, ik heb altijd vakantiewerk in de afbouw gedaan en heb zelf lang gestukadoord. Het zit echt in mijn bloed. Nog steeds beklop en bevoel ik iedere muur die ik tegenkom. Dat slijt nooit meer. En gelukkig word ik nog heel regelmatig door collega’s uit de branche gebeld en bijgepraat. Door mijn werk voor SGG sta ik gelukkig echt nog met een been in de branche en kom ik op de mooiste projecten. En kan ik mijn betrokkenheid blijven tonen.”