Werkgevers mogen de vaste reiskostenvergoedingen onbelast blijven uitbetalen, heeft de staatssecretaris van Financiën besloten. Verder heeft hij de regels over belastingheffing voor grensarbeiders aangepast en gaat de Belastingdienst tijdelijk soepeler om met toepassing van het anoniementarief. Werkgevers mogen de vaste reiskostenvergoeding onbelast blijven uitbetalen zolang de coronamaatregelen gelden.
Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën keurde het goed dat werkgevers geen gevolgen verbinden aan een veranderd reispatroon van de werknemer die veel meer thuiswerkt. De werkgever mag blijven uitgaan van de feiten waarop de vaste reiskostenvergoeding is gebaseerd. De nieuwe tijdelijke regel geldt ook voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Volgens de normale regels zou de reiskostenvergoeding niet langer gericht vrijgesteld zijn als de werknemer 6 weken of langer thuiszit. Dit fiscale gevolg is door het besluit van de staatssecretaris van de baan. Uiteraard kan de werkgever wel besluiten om de reiskosten niet langer te vergoeden, bijvoorbeeld omdat dit geld bespaart.
De staatssecretaris versoepelde ook de regels ten aanzien van de loonbelasting voor werknemers die in Nederland wonen, maar voor een Nederlandse organisatie in Duitsland of België werken, de zogenoemde grensarbeiders. Normaal gesproken heft het land waar de werknemers werken (werkland) de loonbelasting. Het land waar zij wonen (woonland) mag alleen belasting heffen op grond van de zogenoemde 183-dagenregeling. Nu werknemers echter langere tijd thuis zitten door de coronacrisis, kunnen zij te maken krijgen met een verschuiving van het heffingsrecht van het werkland naar het woonland. Dit kan eventueel leiden tot negatieve gevolgen voor het inkomen, onzekerheid bij de werknemer en administratieve lasten voor de werkgever. Daarom heeft het ministerie overlegd met Duitsland en België.
Bij de grensarbeiders maakt het ministerie van Financiën onderscheid tussen mensen die thuiswerken (thuiswerkdagen) en mensen die niet kunnen werken en thuis moeten blijven met behoud van loon (thuiszitdagen). Voor thuiswerkers heeft Nederland met Duitsland afgesproken dat de thuiswerkdagen kunnen worden behandeld alsof er geen Coronacrisis is. Er kan dus worden uitgegaan van het land waar de werknemer normaal gesproken zou werken. Hiermee wijken de twee landen af van het Belastingverdrag dat geldt tussen Nederland en Duitsland. De werknemer mag overigens nog wel een beroep doen op de normale regels uit dat verdrag, waardoor de belastingheffing toch in het woonland plaatsvindt. Deze afspraak geldt van 11 maart tot en met 30 april. Daarna wordt het van maand tot maand verlengd tot één van beide landen de afspraak opzegt. Nederland is met België nog in overleg over een regeling voor thuiswerkdagen. Voor werknemers die gedwongen thuis zitten zonder te werken, maar met behoud van salaris, wordt de loondoorbetaling belast in het land waar de werknemer onder normale omstandigheden zou hebben gewerkt. Deze afspraak voor werknemers met thuiszitdagen geldt voor Nederland, Duitsland en België.
Verder is bekend gemaakt dat de Belastingdienst soepeler zal omgaan met werkgevers die door de Coronacrisis tijdelijk niet kunnen voldoen aan sommige administratieve verplichtingen rondom de loonheffingen. Zo kan het anoniementarief van 52% dat geldt als een werkgever niet tijdig de identiteit vaststelt van nieuwe werknemers achterwege blijven. Wel moeten werkgevers de tekortkomingen zo snel als kan herstellen.