Op 18 december heeft de Belastingdienst het handhavingsplan 2025 voor de wet DBA gepubliceerd. Hierin wordt de beloofde ‘zachte landing’ uitgelegd, wanneer bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken worden gedaan en wordt benoemd dat arbeidsbemiddelaars die zzp-ers ‘verhuren’ extra aandacht zullen krijgen.
Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst zoals bekend weer handhaven op de kwalificatie van arbeidsrelaties. Tijdens de acht regiobijeenkomsten, die NOA in oktober en november door het hele land heeft gehouden, is daar in het bijzijn van de Belastingdienst uitgebreid over gesproken. Er was al aangekondigd dat de handhaving met aandacht voor een ‘zachte landing’ wordt opgestart, maar wat die zachte landing precies betekent, bleef nog onduidelijk. In het handhavingplan 2025 wordt daar nu uitleg over gegeven.
Het opheffen van het handhavingsmoratorium betekent dat vanaf 1 januari 2025 weer met terugwerkende kracht naheffingen en loonheffingen (tot 1 januari 2025) opgelegd kunnen worden. Belangrijk is dat nu voor het eerst wordt benadrukt dat het werken als zelfstandige mogelijk is en blijft als dit past binnen de wet- en regelgeving. NOA heeft daar steeds op aangedrongen, want het leek er de laatste tijd op alsof al het werken met en door zzp’ers verdacht was.
De Belastingdienst werkt volgens het ‘schillenmodel’. Dit betekent dat als een bedrijf bij een eerste controle aantoonbaar maakt dat er actief gewerkt wordt om schijnzelfstandigheid te voorkomen er in principe geen verder onderzoek wordt gedaan. Belangrijk aspect is en blijft dat als opdrachtgever en zzp’er de Modelovereenkomst Afbouw hebben ondertekend er ook daadwerkelijk moet worden gewerkt zoals in de overeenkomst is afgesproken. Als dat gebeurt, zijn opdrachtgever en opdrachtnemer in principe ‘safe’. Overigens staat in het handhavingsplan opgenomen dat alle bestaande goedgekeurde modelovereenkomsten tot eind 2029 door de Belastingdienst geëerbiedigd worden, op voorwaarde dat de modelovereenkomst voldoet aan wet- en regelgeving. De Modelovereenkomst Afbouw voldoet daaraan.
In 2025 start het risicogerichte toezicht van de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid met een bedrijfsbezoek. Daarbij gaat de inspecteur in gesprek over de inhuur van zelfstandigen. In dit stadium is nog niet vastgesteld of er daadwerkelijk sprake is van schijnzelfstandigheid. Een ondernemer krijgt zo de kans om zijn bedrijfsvoering te verbeteren. Dat kan op verschillende manieren: door schijnzelfstandigen in dienst te nemen of door bedrijfsprocessen te veranderen en opdrachten voor zzp’ers anders in te regelen.
Schijnzelfstandigheid kan ook direct via een boekenonderzoek aan de orde komen. Bijvoorbeeld als een inspecteur op basis van btw schijnzelfstandigheid constateert. Of als er tijdens een controle op een ander belastingmiddel concrete risicosignalen zijn. De inspecteur kan dan direct overgaan tot het instellen van een boekenonderzoek. Bij een constatering van het niet naleven van de fiscale regels kunnen dan naheffingen en loonheffingen worden opgelegd, maar niet verder terug dan 1 januari 2025. Belangrijk is dat de Belastingdienst in 2025 geen boetes zal opleggen. Dit geldt zowel voor de verzuimboetes als de vergrijpboetes. Naheffingen blijven wel mogelijk, maar zullen - zoals eerder gemeld - teruggaan tot 1 januari 2025. Als echt sprake is van kwaadwillendheid, dan kan de naheffing verder teruggaan én kunnen er wel boetes volgen.
Schijnzelfstandigheid komt in alle sectoren voor. De Belastingdienst zal bij het toezicht alle mogelijke signalen en risico’s verwerken. Eerder werd in de Tweede Kamer gevraagd specifieke aandacht te besteden aan probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigen, onderbetalingen, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratie. Omdat deze ‘groepen’ niet apart kunnen worden geselecteerd om risicogericht toezicht te houden, zijn er door de Belastingdienst geen sectoren benoemd. Wel is in paragraaf 3.2.8 van het handhavingsplan opgenomen dat de doelgroep arbeidsmiddelaars zoals gezegd meer gestructureerd aandacht zal krijgen.
Van meerdere leden hebben we inmiddels vernomen dat zij aanbiedingen ontvangen over bemiddelingsconstructies. We willen je graag waarschuwen voor de mogelijke risico’s van een dergelijke constructie. In een webinar van het ministerie wordt hier ook over gesproken. Hoewel zo’n constructie in eerste instantie handig kan lijken, is het belangrijk te weten dat het geen garantie biedt dat je voldoet aan de regels voor zzp’ers. Ons advies is een bemiddelingsconstructie te laten controleren voordat je met een organisatie in zee gaat. Ook voor OZP-leden biedt een constructie als ‘vrije werker’ meestal weinig voordelen. Je zult een percentage moeten afdragen aan een bemiddelaar, terwijl je het risico blijft lopen op naheffingen, intrekking van je zelfstandigenaftrek, ‘gedwongen’ terugkeer in loondienst of andere financiële en juridische problemen.
Naar aanleiding van de gehouden NOA-bijeenkomsten is een handreiking opgesteld. Daarin ondersteunen we leden met voorbeelden en praktische aspecten om de DBA-wetgeving goed toe te passen. De handreiking ligt in concept bij de Belastingdienst voor inhoudelijke feedback. Wij hopen de handreiking begin 2025 met alle leden te kunnen delen. Voor nu verwijzen we graag nog naar de website hetjuistecontract.nl met een keuzehulp en voorbeelden per sector. “Met het handhavingsplan 2025 toont de Belastingdienst dat de mede na onze lobby door de Tweede Kamer gewenste zachte landing wordt doorgevoerd en niet sprake is van een heksenjacht”, meent NOA-voorzitter John Kerstens. “De soep lijkt misschien niet zo heet gegeten te worden als eerder werd aangekondigd, maar dit betekent zeker niet dat ondernemers achterover kunnen leunen. Daarom komen we ook zo snel mogelijk met een aanvullende handreiking.”