Maar uiten ook noodkreet aan overheid en opdrachtgevers
Het vergt creativiteit om Nederland mooi te blijven maken, maar het lukt ondernemers en medewerkers in de afbouw nog prima om hun werkzaamheden uit te voeren. Dat rapporteren leden van NOA, de Nederlandse Ondernemersvereniging voor Afbouwbedrijven, in een vragenronde over deze uitzonderlijke tijd. Wél zijn er oprechte zorgen over de continuïteit op de langere termijn.
Stukadoors, vloerenleggers, natuursteenbewerkers, plafond- en wandmonteurs, blokkenstellers en terrazzospecialisten werken keihard door. Steekproefsgewijs werden NOA-leden bevraagd naar hun huidige situatie en de verwachtingen. Daaruit blijkt dat de meeste afbouwbedrijven nog goed aan het werk blijven. Alhoewel, daar moeten ze wel al hun creativiteit voor aanspreken. Afbouwers komen normaliter vaak als laatste op de bouwprojecten om woningen, kantoren en openbare ruimtes écht mooi af te bouwen. Ze zijn daarom al gewend om hun werk heel flexibel in te delen en dat komt in coronatijd goed van pas.
Veel particulieren stellen hun opdrachten momenteel uit. Ze zijn huiverig voor infectie, of werken thuis en schorten de werkzaamheden liever op. Daarentegen zijn er nu veel projecten in scholen, horeca en kantoorgebouwen naar voren getrokken. Veel NOA-leden zijn druk met ‘kleinere klussen’. Er wordt gesignaleerd dat opdrachtgevers van grote projecten afwachtend zijn. Zij, waaronder woningbouwcorporaties, zouden best al kunnen kijken hoe er voortgang in al het noodzakelijke werk mogelijk is.
Door bijna geen van de ondervraagden is daarom tot nu toe gebruik gemaakt van de noodmaatregelen van de overheid, zoals de bijzondere bijstand of NOW-regeling. Ze merken wel omzetverlies, omdat werkzaamheden door de coronamaatregelen anders moeten worden aangepakt. Maar afbouwers zijn nuchtere werkers en zijn tevreden dat de sector geen lockdown heeft.
Toch zijn er zeker ook zorgen… Veel afbouwondernemers ondervinden nu al moeilijkheden om aan de juiste materialen en grondstoffen te komen. De import van grondstoffen uit China en India komt mondjesmaat weer op gang, maar leveringen uit heel veel andere landen hebben vertraging. Voor de werkvoorraad na de bouwvak wordt gevreesd. De opdrachtenstroom moet sneller terug op het oude niveau komen en er zouden veel meer vergunningen moeten worden afgegeven en aanbestedingen worden gedaan. “Het kan toch niet waar zijn, als wij straks noodmaatregelen van de overheid nodig hebben, de potjes leeg, of de regelingen opgedoekt zijn?” Ook wordt er tandenknarsend gekeken naar projecten die door de stikstof- of PFAS-problematiek zijn stilgelegd. De overheid moet de noodsituatie onderkennen en toestaan dat die projecten weer kunnen worden voortgezet.
Aan personeel ontslaan moet echt niemand denken: “We hebben jaren geïnvesteerd in de aanwas van nieuwe vakkrachten. Ze zijn ook echt keihard nodig. Met elkaar moeten we ons er voor inzetten dat er door alle betrokken partijen samen wordt doorgebouwd!”