In het eerste kwartaal van 2019 werd er voor ruim 12,5 duizend woningen een vergunning afgegeven. Dat is ruim een kwart minder dan in het eerste kwartaal van 2018 en het laagste aantal in drie jaar tijd. Niet alleen het aantal vergunde woningen was lager, maar ook de vergunde bouwsom voor nieuwbouw en verbouw van woningen was aanzienlijk lager.
In 2017 en 2018 werden nog voor ongeveer 70 duizend te bouwen woningen vergunningen afgegeven. Tussen 2000 en 2008 was dit jaarlijks zelfs nog voor gemiddeld 80 duizend nieuw te bouwen woningen. Het aantal vergunde nieuwbouwwoningen is een vroege indicator voor wat in de nabije toekomst aan woningen gebouwd zal worden, meldt het CBS. Het omzetten van niet-woningen zoals kantoren in woningen is niet in deze cijfers opgenomen. De gemiddelde doorlooptijd vanaf de vergunningverlening is circa twee jaar.
De totale bouwkosten van de afgegeven vergunningen daalden. Ten opzichte van het eerste kwartaal van 2018 met 8 procent. Er zit een flink verschil in bouw- en verbouwkosten van woningen en vergunde bouwkosten voor de bedrijfssector. Voor woningen daalden de bouwkosten met bijna 17 procent, terwijl de vergunde bouwkosten voor de bedrijfssector juist met ruim 10 procent stegen.
De omzet van de bouw is in het eerste kwartaal van 2019 met 11,4 procent gestegen vergeleken met een jaar eerder. Het is meer dan tien jaar geleden dat de bouwomzet zo sterk steeg in een eerste kwartaal. In alle branches steeg de omzet met meer dan 10 procent.
Het ondernemersvertrouwen onder bouwers was echter aan het begin van het tweede kwartaal lager dan de kwartalen daarvoor. Een kwart van de bouwers gaf aan dat een tekort aan personeel de activiteiten hindert.