Vorige week was er een Woontop, waar minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Mona Keijzer plannen presenteerde om de woningbouw te versnellen. Vanwege het nijpende woningtekort zouden jaarlijks tenminste 100.000 huizen moeten worden gebouwd. Er zijn nu Woontop-afspraken die moeten leiden tot grootschalige bouwlocaties, snellere procedures en minder regeldruk.
Het kabinet is op de Woontop samen met provincies, gemeenten en marktpartijen tot breed gedragen afspraken gekomen.
Belangrijke afspraak is dat er snel meer grootschalige woningbouwlocaties worden aangewezen. Tijdens deze eerste Woontop werden al een aantal plekken in Nederland gepresenteerd: Groot Merwede-Rijnenburg, Utrecht (63.000 woningen), Lisserbroek en Nieuw Vennep West, (tenminste 6.500 woningen) en Bleizo, Lansingerland (5.000 woningen). Bij grootschalige bouwlocaties wordt ook direct gekeken naar de ontsluiting en de ontwikkeling van nieuwe bedrijvigheid. Voor een duurzame en toekomstbestendige economie moeten wonen en werken in balans zijn.
Er zijn ook afspraken gemaakt over snellere procedures. Vaak duurt de voorbereidende fase vóór de vergunningverlening al zo’n zeven jaar. Daarbij wordt de voortgang van de woningbouw vanaf nu door overheden en marktpartijen samen gemonitord. Het kabinet neemt deze gezamenlijke monitoring als voorwaarde op bij het verstrekken van financiële middelen voor woningbouw. Belemmerende regels en procedures worden bovendien geschrapt en geüniformeerd. Het verminderen van de regeldruk en het voorkomen van het stapelen van regels stapelen zijn belangrijk om tot een hoger bouwtempo te komen.