Berekening van de tegemoetkoming Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW)
Alle afbouwbedrijven
aangesloten bij NOA
31 maart 2020

Berekening van de tegemoetkoming Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW)

De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de driemaandsperiode maart 2020 tot en met mei 2020. Voor de loonsom wordt van het socialeverzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekkingen uitgegaan. Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Ter bespoediging van de aanvraagprocedure is gekozen voor een opslag voor werkgeverslasten van 30% voor alle gevallen. Als loon wordt maximaal twee keer het maximumdagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking genomen. Loon boven € 9.538 per maand (2 x max.dagloon SV) komt derhalve niet voor subsidie in aanmerking, waarmee eveneens mogelijkheden voor misbruik en oneigenlijk gebruik worden tegengegaan.

De subsidie wordt gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld. In de keuze voor het percentage van 90% tot maximaal twee keer het maximumdagloon per maand per individuele werknemer, komt tot uitdrukking dat het kabinet een afweging heeft gemaakt tussen enerzijds de verantwoordelijkheid van de overheid om bedrijven in deze bijzondere situatie tegemoet te komen en anderzijds het beroep dat de overheid doet op het bedrijfsleven om onder deze bijzondere omstandigheden ook zelf verantwoordelijkheid te dragen ten dienste van bredere maatschappelijk belangen. Daarnaast blijft het op deze manier voor werkgevers altijd gunstiger om waar dat mogelijk is omzet te blijven genereren.

De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een driemaandsperiode waarvan de startdatum valt op de eerste dag van de maanden maart, april of mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier. Als een werkgever op 1 januari 2019 nog niet bestond, geldt een afwijkende omzetbepaling.

Aanvraag, voorschot en toekenning van de subsidie

Hierboven is uiteengezet hoe de omzetbepaling berekend zal worden. Aan de voorkant zal, bij de aanvraag van de subsidie, een hanteerbare uitvraag met uitleg plaatsvinden. Werkgevers dienen, naast het opgeven van gegevens als bedrijfsnaam en loonheffingennummer, de volgende stappen te doorlopen:

  • De werkgever vraagt subsidie aan voor de loonsom in maart, april en mei in verband met een terugval in omzet van meer dan 20%.
  • Als de werkgever verwacht dat het effect van de huidige situatie pas met vertraging in de omzetcijfers zichtbaar wordt, kan de werkgever aangeven dat hij de meetperiode voor de omzetvergelijking één of twee maanden later wil laten aanvangen. De loonsom blijft ook in deze gevallen de loonsom van maart, april, mei 2020.
  • De werkgever noteert de verwachte omzet in de drie maanden van de
  • door gekozen meetperiode en vergelijkt deze met de totale omzet in
  • 2019, gedeeld door vier, zodat beide cijfers zien op een omzet over drie maanden.
  • Op basis daarvan berekent de werkgever het omzetverlies in procenten.
  • Dat percentage wordt op het aanvraagformulier ingevuld.
  • Voor bijzondere situaties (het bedrijf bestond niet gedurende geheel
  • 2019; het bedrijf maakt onderdeel uit van een groter geheel), bevat de nadere toelichting op het formulier aanwijzingen voor de juiste berekening van het omzetverlies.

Sommige werkgevers hebben meerdere loonheffingsnummers. Als deze werkgever voor zijn gehele loonsom in aanmerking wil komen voor subsidie, zal de werkgever meerdere aanvragen moeten indienen, namelijk per loonheffingennummer. De werkgever dient wel de omzetdaling op te geven die hij voor de gehele onderneming verwacht; hij vult dus bij elke aanvraag dezelfde omzetdaling en dezelfde meetperiode in.

Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal UWV een voorschot verlenen van

80% van de subsidie zoals deze wordt berekend op basis van de bij de aanvraag geleverde gegevens over de verwachte omzetdaling. Gegevens over de loonsom baseert UWV op de polisadministratie, waarbij als uitgangspunt de maand januari 2020 wordt genomen. Voor UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen. In de praktijk wordt ernaar gestreefd de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen 2-4 weken.

Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hierbij een accountantsverklaring vereist. Er wordt naar gestreefd om binnen vier weken na publicatie van de regeling duidelijkheid te geven onder welke grens een accountantsverklaring niet is vereist. De regeling kan op dat punt nog worden aangepast. Binnen 22 weken na ontvangst van deze aanvraag zal UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de afrekening kan sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld om het omzetverlies lager is uitgevallen, terugvordering.

Voorwaarden deelname aan de regeling

Aan deelname aan de regeling zijn, gelet op het doel ervan – behoud van banen - een tweetal belangrijke voorwaarden verbonden: de inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden en de voorwaarde om gedurende de periode waarvoor subsidie ontvangen wordt geen ontslagaanvraag te doen wegens bedrijfseconomische omstandigheden.

Inspanningsverplichting om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden

Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt verwacht dat de werkgever zich inspant om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden en werknemers dus door te betalen. Een daling van de loonsom zal dan ook gevolgen hebben voor de hoogte van de uiteindelijke subsidie waar de werkgever aanspraak op kan maken. Er worden immers minder mensen doorbetaald of de hoogte van de loonsom is neerwaarts bijgesteld, dus neemt ook de tegemoetkoming in de loonkosten af.

Het voorschot dat in het kader van de NOW wordt verstrekt, is in beginsel gebaseerd op de loonsom over het aangiftetijdvak januari 2020. Als de loonsom over de maanden maart-april-mei lager is, wordt de hoogte van de subsidie verminderd met 90% van het bedrag waarmee de loonsom is gedaald. Dit heeft tevens het effect dat werkgevers van werknemers met een flexibel contract worden gestimuleerd om het loon door te betalen (voor dezelfde urenomvang). Wordt ervoor gekozen om de lonen van werknemers met flexibele arbeidsomvang door te betalen, dan tellen deze lonen mee bij de vaststelling van de NOW en wordt hierover subsidie ontvangen.

Geen ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen

Uitgangspunt van de NOW is dat via deze regeling zoveel mogelijk werkgelegenheidsverlies wordt voorkomen. Om die reden wordt van de werkgever verlangd zich er bij de aanvraag van de NOW aan te committeren, geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aan te vragen voor zijn werknemers gedurende de periode waarover hij de tegemoetkoming ontvangt. Van de werkgever wordt dan ook verwacht dat hij in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 bij UWV geen verzoek doet om toestemming te verkrijgen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. De voorwaarde geldt niet voor ontslagaanvragen die bij het UWV zijn ingediend in de periode van 1 maart tot en met 17 maart.

Indien toch ontslag wordt aangevraagd en deze aanvraag niet (of niet tijdig) is ingetrokken, wordt bij de vaststelling van de subsidie een correctie doorgevoerd. Bij de vaststelling van de subsidie wordt vastgesteld wat het loon is van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd. Dit loon wordt vervolgens verhoogd met 50%. Dit loon plus de vermeerdering van 50% wordt in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd. Hiermee wordt tot uitdrukking gebracht dat niet-naleving van de voorwaarde om geen ontslag aan te vragen gevolgen heeft voor de hoogte van de subsidie.

 

Deel dit artikel: