STABU is een “bouwbreed informatiesysteem voor de woning- en utiliteitsbouw”. Via de computer kunnen bestekschrijvers met de STABU-systematiek projectbestekken maken en bewerken.
De Stichting STABU beheert deze systematiek. Een stichting heeft een bestuur en in dit bestuur zitten bestuurders die afgevaardigd worden door opdrachtgevers, overheid, architecten, adviseurs, bouwkundige en installatietechnische aannemers, fabrikanten en toeleveranciers.
In 1976 kwamen diverse partijen in de bouw overeen dat het voor de 'burgerlijke- en utiliteitsbouw' veel voordelen zou opleveren als het opstellen van projectbestekken zou worden gestandaardiseerd. In 1986 verscheen de eerste versie van het STABU Standaardbestek. Eind 1990 werd er een tweede flinke stap gezet door dit samen te voegen met het Standaard Referentiebestek voor de Woningbouw, inclusief Onderhoud en Woningverbetering (SR(O)W). Het werd gebaseerd op een relationele databasestructuur, die overigens meer toepassingsmogelijkheden biedt dan alleen bestekken maken. Het schrijven van gestandaardiseerde projectbestekken met behulp van een computer was een feit geworden.
De STABU-bestekssystematiek kent administratieve- en technische bepalingen. Veel daarvan zijn gestandaardiseerd. Om het bestek compact te houden, zijn de administratieve en technische standaardbepalingen overgeheveld naar een afzonderlijk boekwerk: STABU-Standaard. Deze standaardbepalingen - dit boekwerk dus - zijn van toepassing als dat specifiek in een bestek wordt voorgeschreven. STABU-Standaard verandert elke paar jaar als de regelgeving of de stand der techniek wijzigt.
In de STABU-bestekssystematiek (de database) zijn heel veel gegevens opgenomen die de bestekschrijver nodig kan hebben bij het opstellen van een projectbestek. Er is een ingewikkeld ogende codering opgezet. Gelukkig dat in een tijdperk met computers de bestekschrijvers deze niet allemaal uit hun hoofd hoeven te leren. Voor de lezers van bestekken zijn ze ook bijna niet van belang, tenzij in de cijfers de 'negen' voorkomt. Dan kunnen we er bijna per definitie vanuit gaan dat het teksten zijn die de bestekschrijvers zelf hebben gemaakt. En daarom fouten kunnen bevatten.
Is het voor ons als gebruikers/lezers van projectbestekken van minder belang te weten hoe coderingen zijn opgebouwd? Ja, het is wel handig te weten welke hoofdstukken er van belang zijn. Gelukkig weten bijna alle afbouwbedrijven wel welke voor hen het belangrijkst zijn. We noemen de volgens ons voor onze leden belangrijkste: Administratieve voorwaarden (01), Betonwerk, waaronder Monoliet- en schuimbetonvloeren (21), Metselwerk waaronder kalkzandsteenlijmwerk en gipsblokkenwanden (22), Kozijnen, ramen en deuren (30), Natuursteen waaronder terrazzo (35), Stukadoorswerk (40), Tegelwerk (41), Dekvloeren (42), Schilderwerk (46), Binneninrichting (47) en Behangwerk waaronder vloerbedekking (48)
Zoals eerder gesteld, worden de bestekken met STABU-programmatuur vervaardigd. Deze programmatuur wordt voornamelijk door architecten en bestekschrijvers gebruikt. Zij gaan stapsgewijs door de hoofdstukken heen en klikken in een soort keuzemenu aan wat zij op het werk willen beschrijven. Daarbij voegt de database soms niet te veranderen teksten toe aan het bestek. In sommige gevallen komen er opmerkingen in beeld voor de bestekschrijver. Het gaat dan bijvoorbeeld om “sturende informatie voor de bestekschrijver”. Deze komen niet in het bestek terecht.
De bestekschrijver heeft altijd de mogelijkheid om een neutrale bestekspost op te nemen. Oftewel een beschrijving met een materiaal zonder daarbij een merknaam te noemen. STABU biedt fabrikanten tegen betaling overigens wel mogelijkheden om hun producten in de database op te nemen.
Allereerst zijn er vrije mogelijkheden voor de bestekschrijver om informatie te typen in de neutrale specificatie, dus daar kan hij de naam van een fabrikant noemen. Alle teksten die een bestekschrijver “verzint” zijn in een cursief lettertype (programma afhankelijk).
Een tweede mogelijkheid is dat de bestekschrijver een merknaam aanklikt. Fabrikanten die daarvoor betaald hebben, zijn namelijk zichtbaar in de database. Door een merk aan te klikken komt het merk (niet cursief) in het bestek. STABU heeft dan uiteraard gekeken of de merknaam met de bestekinformatie op de juiste plaats in het bestek komt. Er is dus een controle op.
De laatste mogelijkheid is het werken via een zogenaamde bestekservice. Een bestekservice is een programma waarmee een bestekschrijver een deel van een projectbestek kan maken. De bestekservice produceert een bestand met teksten en coderingen die ingevoegd kunnen worden in het projectbestek.
Het is de taak van STABU dat de database, waarop de programmatuur draait, up-to-date is. De nieuwste normen, regelgeving en producten moeten aanwezig zijn en aangeroepen kunnen worden.