Mogen bepaalde vergoedingen en verstrekkingen aan een werknemer belastingvrij worden vergoed? We krijgen er regelmatig vragen over. Die vragen zijn begrijpelijk, want de wetgever heeft een zeer ingewikkeld stelsel van regelgeving ontwikkeld. Het antwoord op de vraag wanneer zaken wel of niet belastingvrij kunnen worden vergoed, is daarom best moeilijk. In dit artikel proberen we zo eenvoudig mogelijk het stelsel van loon, vergoedingen, verstrekkingen en personeelsvoorzieningen door te nemen, maar schroom niet om bij specifieke vragen contact op te nemen met ons secretariaat.
In de wet op de loonbelasting is het begrip loon omschreven. Onder loon wordt verstaan: alles wat uit (vroegere) dienstbetrekking wordt genoten, daaronder begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking. De hoofdregel is dat alle vergoedingen of verstrekkingen aan uw werknemers belast zijn voor de loonbelasting. Er zijn op deze regel echter tal van uitzonderingen. Het spreekwoord van de Belastingdienst “leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker” is in ieder geval niet van toepassing op onbelaste vergoedingen.
Omdat het ongewenst is dat vrijwel alle voorzieningen als loon moeten worden belast, heeft de wetgever besloten dat bepaalde voorzieningen wel als loon worden gezien, maar niet belast hoeven te worden. Deze voorzieningen moeten op 0 of nihil worden gewaardeerd. Onder de ‘nihil waarderingen’ vallen:
Naast voorzieningen die wel tot loon behoren, maar waarvan de waardering op nihil wordt gesteld, zijn er ook voorzieningen die niet tot het begrip loon worden gerekend. Hiervoor hoeft geen loonbelasting te worden ingehouden. Onder de vrijgesteld loon voorziening vallen:
Dan bestaat er sinds 2011 ook de werkkostenregeling (WKR). Dit houdt in dat de werkgever bepaalde vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsloon kan aanmerken. Deze zogenoemde vrije ruimte is voor 2020 en 2021 tijdelijk verruimd naar 3% over de eerste € 400.000,-. Voorheen bedroeg de vrije ruimte 1,2%. Boven de € 400.000,- geldt in 2021 een vrije ruimte van 1,18%. In beginsel kan de werkgever alle vergoedingen als eindheffingsloon aanmerken. Wel moet worden voldaan aan de zogenaamde gebruikelijkheidstoets. Als vergoedingen en verstrekkingen in belangrijke mate (d.w.z. meer dan 30%) hoger zijn dan gebruikelijk is, vallen ze buiten de eindheffing en vormen ze loon. Ook boetes zijn bijvoorbeeld uitgesloten.
Naast de nihil regel en het vrijgesteld loon zijn er ook nog gerichte vrijstellingen. De zaken die hieronder vallen, blijven buiten de 3% heffing en zijn dus feitelijk vrijgesteld. De volgende vergoedingen en verstrekkingen vallen onder deze regel:
De wetgever heeft ook zeer helder bepaald dat sommige vergoedingen nimmer onder een vrijstelling vallen. Hieronder vallen onder andere het ter beschikking stellen van een auto, geldboetes en vergoedingen voor misdrijven, wapens en agressieve dieren.
Als een vergoeding of verstrekking niet is vrijgesteld, kunt u als werkgever de vergoeding of verstrekking toch belastingvrij verstrekken mits het totaalbedrag van de vergoedingen/verstrekkingen het totaalbedrag van 1,2% van de loonsom niet overtreft. Onder deze voorzieningen kunnen bijvoorbeeld kerstpakketten, personeelsactiviteiten, het verstrekken van een fiets of de bijdrage ziektekostenverzekering vallen.
Het is van groot belang dat u de norm van 1,2% loonsom gerichte vrijstellingen niet overschrijdt. Als dat toch gebeurt, moet u over het meerdere van de 1,2% een eindheffingstarief van 80% betalen. Dat hakt er stevig in, dus let hier goed op!
De problematiek van belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen is zeer ingewikkeld. Helaas kunnen we het als NOA niet eenvoudiger maken, maar hopelijk is met dit artikel de problematiek iets beter te doorgronden. Toch kunnen we ons voorstellen dat er nog voldoende vragen bestaan. Ons secretariaat is graag bereid om mogelijke vragen te beantwoorden.