In lid 2 van artikel 16 van de CAO Afbouw staat dat de opzegging van een dienstverband geschiedt tegen het einde van de betalingsperiode, tenzij bij schriftelijke overeenkomst of door het gebruik een andere dag daarvoor is aangewezen. Dit kan uitsluitend schriftelijk gebeuren.
In de afbouwsector bestaan er drie soorten betaalperioden
De opzegtermijn bedraagt (behoudens uitzonderingen) normaal gesproken bij een dienstbetrekking van:
Dit zijn wettelijke termijnen. Indien er een vergunning van het UWV is verkregen, mag u van de opzegtermijn de verstreken tijd tussen het aanvragen van de vergunning en het verkrijgen ervan in mindering brengen op de opzegtermijn. Wel dient er minstens 1 maand opzegtermijn over te blijven.
Voor het bepalen van de datum van het einde van de arbeidsovereenkomst dient u vanaf het moment van daadwerkelijk opzeggen (na ontvangst vergunning UWV of via de vaststellingsovereenkomst) het volgende te doen: U verstuurt op dinsdag 29 januari 2019 de brief met de opzegging. Werknemer heeft twee maanden opzegtermijn. U gaat dan eerst 2 maanden verder en komt uit op 29 maart 2019. Dit is een vrijdag in week 13. Stel dat u het loon per 4 weken betaalt. Dan moet u nog door naar week 16 (einde betalingsperiode) en zegt u de arbeidsovereenkomst op per 19 april 2019. Na 19 april 2019 is er dan geen arbeidsovereenkomst meer en kan de werknemer een uitkering WW van het UWV krijgen. Deze moet hij/zij zelf (digitaal) aanvragen.
Voor werknemers geldt in alle gevallen een opzegtermijn van 1 maand.