Er is een richtlijn ontwikkeld om kunsthars gebonden gietvloeren te kunnen classificeren én beoordelen op basis van objectieve criteria. De richtlijn kan discussies over esthetische aspecten voorkomen.
Kunsthars gebonden gietvloeren worden op veel manieren toegepast. Dat leidt in de praktijk regelmatig tot discussie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. “Want er kan wel luchtig worden gedaan over het leggen van een vloertje, om een goede kunsthars gebonden vloer te gieten is echt expertise nodig”, vindt Onno de Vries, sr. technisch adviseur (dek)vloeren, vloerafwerkingen en terrazzo bij Technisch Bureau Afbouw. Hij ziet “dat er in de praktijk appels en peren worden aangeboden onder dezelfde noemer ‘kunststofvloer’. Daarbij is het voor de opdrachtgever onduidelijk wat hij/zij nu eigenlijk koopt. Iedereen kijkt bovendien met eigen ogen naar een vloer. Dan kunnen de meningen daarover verschillen en dan hebben we het nog niet eens over smaak. Omdat nergens beschreven stond waar objectief op gelet en getoetst kan worden, waren stevige discussies bijna een logisch gevolg.”
Daarom zijn producenten, verwerkers en expertisebureaus gezamenlijk om tafel gaan zitten om objectieve normen vast te leggen. Dit heeft geleid tot een officieel SBR-kennispaper K653.14, waarin vier standaard kunststof gietvloeren geclassificeerd zijn. Daarbij staat aangegeven welke onvolkomenheden in een vloer kunnen ontstaan en per klasse mogen voorkomen.
“Het is voor alle partijen heel prettig dat er nu een uniforme beoordelingsmethode is”, meent de technische deskundige. “Voor de klant is nu duidelijk wat hij/zij mag verwachten, omdat ook zichtbaar is gemaakt welke onvolkomenheden er bij een vloer kunnen voorkomen en in welke mate dat bij een bepaalde overeengekomen klasse is toegestaan. Voor de opdrachtnemer is de richtlijn een prettig handvat om duidelijke afspraken te maken en de klant te vertellen wat hij levert voor een bepaalde prijs. Mocht er dan alsnog een meningsverschil ontstaan, dan kan aan de hand van de richtlijn worden beoordeeld of hetgeen is geleverd ook volgens de afgesproken norm is. Nu is helder hoe je moet beoordelen en langs welke liniaal je kunt meten. Hierdoor kunnen ook deskundigen niet meer alle kanten op oordelen.”
De SBR-kennispaper is een uitgebreide richtlijn, waarin opgesomd staat welke aspecten opdrachtgever en opdrachtnemer samen moeten afspreken, welke standaardklassen zijn bepaald - van klasse A met zeer hoge esthetische eisen (voor bij voorbeeld hoogwaardige woningbouw) tot klasse D met beperkte eisen (voor bij voorbeeld industrie) - en op welke aspecten allemaal kan worden beoordeeld. Van pinholes, visogen, spaanslagen en verontreinigingen, tot adervorming, scheuren en vlekken; alles staat erin.
Alle mogelijke onregelmatigheden, verontreinigingen, scheuren, aders en tintverschillen staan dus in de standaardklassen omschreven. Sommige mogen niet voorkomen en andere onvolkomenheden in geringe mate. Bij klasse A zijn de eisen het zwaarste en die worden steeds iets soepeler bij klasse B, C en D. Voor enkele aspecten geldt een basiseis. Die is voor alle klassen gelijk: dat geldt bijvoorbeeld voor scheuren en adervorming.
Onno de Vries is er van overtuigd dat “met deze nieuwe richtlijn door producenten, verwerkers en expertisebureaus tezamen veel onduidelijkheid rondom esthetische kwaliteit van kunsthars gebonden gietvloeren is weggenomen.”
Vraag uw Afbouwkeur bedrijf naar de volledige richtlijn. Uw Afbouwkeur bedrijf zal conform de richtlijn offreren en u uitleg kunnen geven over diverse technische aspecten.