In de bouw en afbouw wordt veel hout gebruikt. Vooral plafond- en wandmontagebedrijven passen hout toe en krijgen ermee te maken dat bestekken hout met een FSC- of PEFC-keurmerk voorschrijven.
Hout is uitermate geschikt om te gebruiken in en om het bouwproces. Denken we bij hout vaak aan de timmerman en kozijnenleveranciers, ook in de afbouw wordt ongemerkt een aanzienlijke hoeveelheid hout toegepast. Bij de plafond- en wandmontagebedrijven wordt bij systeemplafonds kanthout toegepast en bij metalstud wanden heb je achterhout nodig. Maar ook bij diverse bouwkundige ondersteuningen, kooflijsten en de ondersteuning bij stucanet wordt veel hout gebruikt. Als we er even over nadenken zijn er talloze voorbeelden te noemen.
De grote hoeveelheid hout die wereldwijd wordt gebruikt, heeft ontbossing tot gevolg. In 1992, tijdens een conferentie van de Verenigde Naties in Rio de Janeiro, kwam dit voor het eerst aan de orde en sloegen bedrijven en NGO’s (niet-gouvernementele organisaties) de handen in één. Een jaar later werd de vereniging Forest Stewardship Council® (FSC) opgericht, ter bevordering van verantwoord bosbeheer wereldwijd. FSC heeft de steun van ontwikkelings- en milieuorganisaties zoals Greenpeace, het Wereld Natuur Fonds en Oxfam.
Met name kleine particuliere bos eigenaren vinden dat het FSC certificeringsysteem minder goed aansluit bij hun kijk op de zaak. Bovendien vonden zij de kosten van certificering te hoog. Als tegenbeweging werd daartoe in 1999 de vereniging Programme for the Endorsment of Forest Certification (PEFC) opgericht. Deze organisatie is sinds 2004 wereldwijd actief.
Beide organisaties kijken of boseigenaren hun bossen volgens de regels van de systemen beheren. Voor de toetsing en controle daarvan schakelen zowel PEFC als FSC onafhankelijke certificerende instellingen in. Zowel FSC als PEFC houden, ieder op hun eigen wijze, rekening met sociale, economische en milieuaspecten.
Hoe weet een eindgebruiker nu of hout en papier uit gecertificeerde bossen komt? Daarvoor bestaat de certificering op het niveau van de gehele handelsketen: de CoCcertificering (Chain of Custody). Vanaf de boom tot de toepassing van het hout op de bouw moet te volgen en te controleren zijn waar het hout vandaan komt.
In de praktijk blijkt gecertificeerd hout niet veel duurder te zijn dan niet-gecertificeerd gekapt hout. Zeker voor naaldhout valt dat reuze mee. Daarom kan gewoon voor toepassing van duurzaam gecertificeerd hout gekozen worden. Het is dan zeker dat er duurzaam bosbeheer is toegepast en de bossen in stand blijven. Goed voor de bouw en goed voor ons milieu. Bossen produceren zuurstof, maar nog belangrijker: Ze nemen CO2 op uit de lucht.
Sinds 2010 voert de Overheid (en daarmee gemeenten, provincies, waterschappen en woningcorporaties) een duurzaam inkoopbeleid. Dat wil zeggen dat al het in te kopen - en bij aanbestedingen toegepaste - hout 100% duurzaam moet zijn. Dit heeft geleid tot een forse toename van de vraag naar aantoonbaar duurzaam hout.
Als een opdrachtgever in zijn bestek FSC of PEFC hout voorschrijft, dan heeft dat nog wel wat voeten in aarde. Het wordt dan namelijk de vraag of het afbouwbedrijf wel het juiste hout levert. Om dat te garanderen, moet er van de bron, het bos, tot daadwerkelijk toepassen van het hout op de bouw, te traceren zijn dat het hout gecertificeerd is en dus uit duurzaam beheerde bossen komt. En dat is mogelijk door de Chain of Custody (CoC). Alléén een afbouwbedrijf dat een CoC certificaat kan overleggen, mag het duurzame hout leveren en aanbrengen.
Oftewel, afbouwbedrijven die voor werken in aanmerking willen komen waarbij FSC of PEFC hout wordt gebruikt, moeten zich certificeren. Daar moet zeker wel het één en ander voor gebeuren: Er moeten procedures in kaart gebracht worden en deze moeten uiteraard worden nageleefd. Medewerkers moeten getraind worden. Leveranciers moeten gecontroleerd worden, etc,.Meer informatie op de volgende websites: