De payrollconstructie is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Het lijkt een mooie manier om personeel voor het bedrijf te laten werken zonder risico’s als werkgever te dragen. Maar bezint eer ge begint! Want payrolling biedt voordelen, maar geeft ook diverse risico’s.
Bij payrolling wordt een werknemer meestal voor langere tijd door het payrollbedrijf ter beschikking gesteld aan een derde (de inlener). De werknemer verricht arbeid onder toezicht en leiding van deze inlener. De band tussen het payrollbedrijf en de werknemer is daarmee vaak beperkt en bestaat vooral uit de loonbetalingsverplichting en de daarmee samenhangende loonadministratie.
Een groot voordeel van het onderbrengen van werknemers bij een payrollbedrijf is het verleggen van de werkgeversverantwoordelijkheden. Het payrollbedrijf wordt binnen deze constructie namelijk beschouwd als juridisch werkgever. Een gevolg hiervan is dat de inlener geen problemen heeft met ontslagprocedures. De inlener kan de overeenkomst met het payrollbedrijf eenvoudig opzeggen.
Diverse uitspraken van rechtbanken werpen een ander licht op de rechtspositie van werknemers in een payrollconstructie. In deze rechtszaken werd geoordeeld dat het sluiten van een arbeidsovereenkomst met de payrollonderneming niet doorslaggevend is voor de vraag of de payrollonderneming de daadwerkelijke werkgever is. In lijn met de rechtspraak van het Europese Hof van Justitie moet er voor de beoordeling en bescherming van de rechten van werknemers door de arbeidsrechtelijke constructie heen gekeken worden. Volgens de kantonrechters moet daarom beoordeeld worden wat partijen bij het sluiten van de overeenkomst voor ogen stond en de wijze waarop zij feitelijk aan de overeenkomst inhoud hebben gegeven.
Bij de beoordeling door het gerechtshof werd onder andere meegenomen dat werknemers geselecteerd waren door de inlener, daar ook feitelijk werkzaam waren én instructies kregen van de inlener. Daarnaast werden werknemers door de inlener beoordeeld op hun functioneren. Ook werden tussen werknemer en inlener afspraken gemaakt over opleidingen, vakantiedagen en werkplekken. De rechtbank kwam daardoor tot de conclusie dat er geen sprake was van een daadwerkelijke arbeidsverhouding tussen de payrollonderneming en de werknemers. De inlener werd in deze gevallen als juridische werkgever aangemerkt.
Bij een payroll constructie moet ook worden gedacht aan de “Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters”. Werkgevers zijn tot maximaal twaalf jaar financieel verantwoordelijk voor tijdelijke werknemers, die ziek uit dienst gaan tijdens proeftijd of na afloop van een tijdelijk contract. Het is daarom van groot belang dat het payrollbedrijf een goede arbeidsovereenkomst afsluit met de werknemer. Alleen dan kan worden voorkomen dat de werknemer bij de inlener een loonclaim indient als er door het payrollbedrijf geen loon wordt uitbetaald. Bijvoorbeeld tijdens ziekte, na ontslag of bij ziekte tijdens het ontslag. De grootste risico’s ontstaan als een inlener zijn werknemers onderbrengt bij een payrollbedrijf en ze vervolgens direct weer inleent.
Gezien de grote risico’s die inleners bij payrolling lopen, is het belangrijk om een aantal zaken goed te regelen:
Het mag duidelijk zijn dat een inlener bij een payrollsconstructie diverse risico’s loopt. Die kunnen heel duur uitpakken. Wees hiervoor gewaarschuwd als u een payrollconstructie aangaat! En zorg dat u alles checkt. Voor meer informatie kunt u contact met ons secretariaat opnemen.