Om te voldoen aan de Arbowet / Arbeidsomstandighedenwet beschikt de afbouw naast de RI&E Bouwnijverheid over twee Arbocatalogi. Er is een Arbocatalogus voor de Afbouw en een Arbocatalogus Natuursteen. Dat heeft te maken met het feit dat de natuursteensector reeds een eigen catalogus had toen deze sector in 2016 onderdeel werd van NOA.
De arbocatalogus is een oplossingenboek, waarin werkgevers en werknemers snel kunnen zien hoe ze bij de belangrijkste arbo-risico’s een goede oplossing kunnen kiezen en gebruiken om zo aan de wet te voldoen.
De overheid zorgt met de Arbeidsomstandighedenwet voor heldere voorschriften. De wet geeft werkgevers en werknemers ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop ze binnen hun sector aan de wet willen voldoen. Dit kan geregeld worden in een arbocatalogus, dat wordt gezien als een erkend, breed gedragen 'recept' ter bevordering van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. De arbocatalogus wordt zelf geschreven door de sociale partners van een sector. Het voordeel hiervan is dat in ondernemingen en organisaties arbobeleid kan worden gevoerd dat aan de specifieke sectorkenmerken is aangepast.
De arbocatalogus is een initiatief van CAO-partijen. Een dergelijke catalogus moet ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Nederlandse Arbeidsinspectie. De Nederlandse Arbeidsinspectie doet een marginale toets om te kijken of de maatregelen en oplossingen in de arbocatalogus aan de wettelijke eisen voldoen. Het voordeel van een goedgekeurde arbocatalogus is dat deze van toepassing is op alle bedrijven in de sector en dat als bedrijven gebruik maken van de oplossingen uit de arbocatalogus, de Nederlandse Arbeidsinspectie er zonder meer van uit gaat dat bedrijven aan de wet voldoen. Dit betekent dan geen nader onderzoek, toelichting en/of bewijslast voor bedrijven. De Arbocatalogus voor de Afbouw en Natuursteen bestaan al een flink aantal jaren en zijn dan ook al heel lang van kracht.
Bij een eventuele controle door de Nederlandse Arbeidsinspectie zal de inspecteur de geldende arbocatalogus als referentiekader gebruiken. Dus werkt u volgens de afspraken zoals opgenomen in de arbocatalogus, dan voldoet u aan de wet en zal er in principe geen boete volgen. Werkt u op een afwijkende manier, dan kan de Nederlandse Arbeidsinspectie van u eisen dat u middels wetenschappelijk (dus mogelijk duur) onderzoek aantoont dat uw methode minstens hetzelfde beschermingsniveau biedt als de afspraken uit de arbocatalogus.
In de arbocatalogus staan dus de afspraken op basis waarvan de sector aangeeft hoe werknemers gezond en veilig hun werk kunnen uitvoeren. Daarbij staan de ontwikkelingen natuurlijk niet stil. Er komen betere machines die het werk lichter maken, of beter het stof afzuigen e.d. Ook kan er sprake zijn van andere werkmethoden die het werk minder zwaar maken. De afspraken in de arbocatalogus zijn voor de Nederlandse Arbeidsinspectie de zogenaamde “stand der techniek”. Dat wil zeggen dat men er vanuit gaat dat dit het hoogst haalbare is op dit moment. Zodra er ontwikkelingen zijn die tot verbetering leiden en die voor alle bedrijven in de desbetreffende sector en beroepen haalbaar zijn, wordt de arbocatalogus geactualiseerd en aangepast, zodat deze ook weer aan de stand der techniek voldoet.
De wet verwacht van u dat u bij de aanpak van arbeidsrisico’s uitgaat van de arbeidshygiënische strategie. Dit is een verplichte volgorde waarin maatregelen dienen te worden genomen. Dat betekent dat u eerst dient te zoeken naar een bronaanpak van het probleem, vervolgens naar een collectieve of organisatorische oplossing en ten slotte naar een oplossing voor het individu. Vaak is een combinatie van deze oplossingen vereist.
Indien werknemers worden blootgesteld aan schadelijk lawaai van een machine, zal er eerst gezocht moeten worden naar een machine die minder lawaai maakt. Is dat niet mogelijk, dan is overkapping van het apparaat een volgende mogelijkheid. Is ook dat niet mogelijk (of voldoende) dan komen de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) in beeld.
Hoewel de Arbowet en daaruit voortvloeiend ook de arbocatalogus in eerste instantie uitgaan van de verplichting tot het nemen van de juiste maatregelen om werknemers veilig en gezond te laten werken, zijn de meeste regels en afspraken ook van toepassing op ZZP-ers. Dat geldt ook voor de afspraken over tillen. Werknemers mogen in de meest gunstige omstandigheden maximaal 25 kg. per persoon tillen. Dit geldt eveneens voor ZZP-ers die werken op (bouw)plaatsen waar ook werknemers werkzaam zijn. Dus ook ondernemers zonder personeel moeten zich in bijna alle gevallen aan de afspraken houden en kunnen hiervoor de arbocatalogus bekijken om te zien welke risico’s bij zijn beroep horen en welke maatregelen getroffen moeten worden. Worden regels overtreden, dan kan de Nederlandse Arbeidsinspectie daar hoge boetes voor geven. Als werknemers de regels overtreden, wordt de werkgever beboet en bij ZZP-ers zal de rekening in principe aan de ondernemer zonder personeel worden gestuurd.
U kunt de arbocatalogus op 2 manieren doorzoeken:
Vervolgens klikt u op de optie van de te nemen maatregelen. Uitgangspunt is dat u binnen een paar klikken het antwoord hebt. De inhoud en uitleg wijzen zich vanzelf.
In de Arbocatalogus voor de Afbouw komen de volgende belangrijkste risico’s aan de orde:
Bekijk de arbocatalogus Afbouw
In de Arbocatalogus voor de Natuursteen komen de volgende belangrijkste risico’s aan de orde:
Bekijk de arbocatalogus Natuursteen
Op dit moment zijn er dus twee arbocatalogi voor de bedrijven in de afbouw- en natuursteensector. Dat is natuurlijk niet handig. Volandis is daarom bezig om een actualiseringsslag te maken, waarbij de arbocatalogus Natuursteen geïntegreerd wordt in de Arbocatalogus Afbouw. Dit proces moet circa 1 juli 2019 worden afgerond. Dat is echter mede afhankelijk van de Nederlandse Arbeidsinspectie, omdat die de arbocatalogus vervolgens marginaal wil toetsen. Voordat de geactualiseerde arbocatalogus definitief wordt, kunnen de sectoren hier eerst naar kijken om te zien of het klopt en haalbaar is wat er in staat. Daarvoor zullen de sectoren de komende maanden via de sectorbesturen benaderd worden.