De aanzegverplichting maakt onderdeel uit van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Daarbij moeten tijdelijke arbeidsovereenkomsten van zes maanden of langer ten minste één maand voor het einde van de overeenkomst schriftelijk worden aangezegd. Dit betekent dat er aan de werknemer duidelijk moet worden gemaakt of de tijdelijke arbeidsovereenkomst wel of niet zal worden voortgezet na het verstrijken van de einddatum.
Bij niet naleving van de aanzegverplichting bent u als werkgever aan de werknemer een vergoeding verschuldigd van maximaal een maandloon, afhankelijk van hoeveel dagen u te laat bent met aanzeggen. Om dus te zorgen dat u tijdig aanzegt, kunt u bij het aangaan van het contract reeds een dergelijke bepaling in de arbeidsovereenkomst opnemen. Hierover zijn inmiddels ook uitspraken van rechters bekend en dit is toegestaan. Een dergelijke tekst is standaard opgenomen in de voorbeeld arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die leden van NOA gratis kunnen downloaden. Log in met uw gebruikersnaam en wachtwoord, ga naar dossiers en bij ‘Arbeidsrecht en voorwaarden’ vindt u allerlei kant-en-klare contracten en voorbeelden.
Heeft u geen aanzegbepaling in het contract opgenomen? Dan is het van belang dat u een aanzegging schriftelijk doet. Dat kan uiteraard per (aangetekende) brief, maar kan ook per e-mail waarbij u om een ontvangstbevestiging vraagt. Uit een eerdere uitspraak is namelijk gebleken dat een mondelinge aanzegging ongeldig is. Er moet aangetoond kunnen worden dat de aanzegging de werknemer heeft bereikt. Vorig jaar besloot een andere rechter dat een aanzegging via WhatsApp ook rechtsgeldig kan zijn. In die situatie kon de werkgever aantonen dat het bericht de werknemer heeft bereikt doordat er op het bericht gereageerd was. Zorg er dus voor dat u kunt bewijzen dat de mededeling door de werknemer ontvangen is. Als u gebruik maakt van de voorbeeldovereenkomsten van NOA, is dit feitelijk automatisch het geval.